![]() |
Stiftgedicht Patrick Bernauw |
![]() |
Stiftgedicht Patrick Bernauw |
Er zit
een jongetje vast
in mijn hoofd
in Gaza,
een meisje
had
ook gekund of
haar
papa, een dode
moeder van negen
dode kinderen, één
of twee of tien
van de meer dan
vijftigduizend
doden
in Gaza, maar
het is dit jongetje
dat vast kwam te zitten
in mijn hoofd.
Hij
draagt een rode T-shirt
zoals het
meisje met het rode jasje
in Schindler’s List
en hij
kijkt mij door de camera
in de
ogen met zijn ogen
vol tranen, wringend
met
zijn handen:
‘Kom
terug, mama,
kom terug.’
En ik
krijg hem niet meer uit mijn hoofd,
dit ene jongetje dat vast zit
in mijn hoofd, in Gaza
en dat
ook een meisje had kunnen zijn
of een opeens kinderloze papa en
omdat ik
meer dan vijftigduizend dode Palestijnen
elke avond weer op altijd weer dezelfde
andere televisiebeelden niet kan vatten
in mijn hoofd, zit dit ene jongetje
daar vast, in Gaza.
En ook omdat elders miljoenen sterven
met de
groeten van een miljardair
of
twee, en omdat het een jongetje is
van
elf, in mijn hoofd, in Gaza,
zoals dat jongetje op zijn step,
dood in het park.
En hij kijkt mij aan,
door de camera,
het
jongetje in het rode T-shirt
met
zijn ogen vol tranen,
bij het lijk van zijn moeder,
in een witte doek gewikkeld,
rood doorbloed slachtoffer
zo-en-zoveel van de Immer Bloeddorstige
Jahweh en haar jongetje
wringt zijn handen in wanhoop
in Gaza.
En hij
keek mij aan
en toen zat hij vast
in mijn hoofd
en hij
kijkt mij aan
als ik de ogen sluit, hij
kijkt mij aan als ik
ze open doe, hij kijkt
mij aan - ik krijg ze
niet meer toe, mijn ogen,
want hij kijkt
mij aan
mij
in mijn hoofd
in Gaza.