30.1.10

Scharpenelle 16 - Veel te grote vragen voor dit kleine hoofd van mij


Waar is het gebeurd?
Aarschot? Leuven? De Panne?

Ik hoor een stem in mijn hoofd:
‘Man Hat Geschossen! Zivilen Haben Geschossen!’
‘Men heeft geschoten,’ betekent dat. ‘Burgers hebben geschoten.’

Waar hebben ze geschoten? Wanneer?
Ik weet het niet.

Wat is er precies met mij gebeurd in het jaar negentien vijftien,
toen ik twee of drie of vier jaar oud moest zijn?

Veel te grote vragen voor dit kleine hoofd van mij. 





De mensen waren hysterisch, zeer zeker.
Ultimatum was gevolgd op ultimatum, mobilisatie op mobilisatie.
Uiteindelijk trokken de pinhelmen ten strijde
in wat een frisse, vrolijke oorlog beloofde te worden
die hen binnen een paar weken voor de poorten van Parijs zou brengen.

Maar de invasie van Frankrijk liep in de herfst van ’14
onherroepelijk vast aan de oevers van de Marne
en in de modderpoelen van de IJzer.





Toen al had het grote en gefrustreerde Fritzenleger
in het kleine België onvoorstelbare wreedheden begaan
in Leuven, Aarschot, Dinant en zoveel andere steden
die in de as werden gelegd,
waar gijzelaars werden genomen
en koelbloedig neergekogeld (patat!
patat! patat!) –
waar werd geplunderd, verkracht
(bom in haar gat!)
en gemoord
ten gevolge van mythen,
tot leven gewekt door de Duitse propagadamachine,
over priesters die argeloze Duitse soldaten verraden hadden
en hun medeburgers ophitsten
om machinegeweren op kerktorens te zetten,
mythen over moorden,
vergiftigingen, verminkingen van Duitse soldaten
door Belgische verpleegsters.



25.1.10

Scharpenelle 15 - Wij bidden, nu en tot in de eeuwigheid




In mijn dromen hoor ik hem schreeuwen:

‘De wereld gelooft dat wij dood zijn!’

‘Zelfs onze familie werd officieel meegedeeld dat wij gevallen zijn op het veld van eer!’

‘Op de dodenlijsten dragen wij de namen van onze gesneuvelde wapenbroeders!’

‘Maar wij leven nog, ma belle Scharpenelle!’

‘Ik lééf nog!’

‘Hoor je?’






In mijn dromen prevelt hij:

‘Wij mogen niet aan het licht komen. Wij mogen het licht niet zien. Onze geestelijke conditie laat het niet toe en onze fysieke toestand nog minder.’

‘Wij zijn ten prooi aan shell shock. Wij zijn afzichtelijk verminkt door bommen & granaten, shrapnel & bajonetten, dumdum kogels die uw ingewanden doen exploderen en gifgas dat uw longen verbrandt.’

‘Wij zijn verlamd, blind, doof en stom.’

‘Wij zijn halve mannen.’

‘Wij liggen in wasmanden en het enige dat wij nog kunnen doen, is eten, drinken en ademhalen.’






In mijn dromen bidt hij:

‘Niemand weet wat wij denken of welke folteringen wij doorstaan, want geen woord ontsnapt aan onze lippen. Al onze woorden zijn opgebruikt, mijn engeltje. ’t Is daarom dat ze mij Sansparole hebben genoemd.’

‘Sommigen onder ons waren nog jongens toen de Grote Oorlog kwam die ze misvormde tot wezens uit de Hellevuur Hoek.’

‘Al bijna twintig jaar liggen wij hier nu en we wachten, mijn bewaarengeltje.’

‘We wachten… op wie? En waarop? Wie verlost ons van het kwade?’

‘Zonder woorden wachten wij op de Engel die zal komen als wij diep genoeg dromen, ma belle Scharpenelle. Kom en verlos mij.’

‘En wij bidden. Dat gij werkelijkheid moge worden, uw witte vleugels wijd gespreid.’

‘Wij bidden. Nu en tot in de eeuwigheid.’

19.1.10

Scharpenelle 14 - De Onbekende Soldaat fluistert mij in het oor:

 





Ge moest nu maar eens komen, ma belle Scharpenelle.
Als wij diep genoeg dromen,
zal de Engel komen.
En dan wordt gij werkelijkheid,
uw witte vleugels wijd gespreid.

En mijn Woord zal uw Vlees geworden zijn,
ma belle Scharpenelle.
En gij zult onder ons wonen.
Nu en tot in de eeuwigheid.

Kom dan toch.  
Kom dan toch na twintig jaar
eindelijk in het licht te staan
van dit kleine geheime gebouwtje
dat de Hellevuur Hoek wordt genoemd,
op dit afgelegen deel van de terreinen
van een militair hospitaal.
Kom dan. Kom dan toch.


En ik zet het allemaal bij
in dit dagboek van mij.

Ik plak het in dit plakboek van mij –
zijn gefluister in het duister:

‘Vreemdelingen mogen ons niet naderen,
ma belle Scharpenelle.
Maar gij zijt geen vreemdelinge,
gij zijt familie.’

En ik schrijf het allemaal op. Ik luister
naar zijn gefluister in het duister
en leg zijn woorden vast
voor het nageslacht:

‘Ik heb u gemaakt, ik heb u verwekt,
ik heb u geschapen.
Ik heb u gevormd

tot wat ge zijt geworden.’




14.1.10

Scharpenelle 13 - Zeppelin




‘k Heb een zeppelin zien vliegen

met de Duitse keizer in,

met zijn tien miljoen soldaten

vloog hij recht de IJzer in.


En hij kreeg me daar een klop

boven op zijn Duitse kop

en wij die kleine Belgen

zaten er allemaal boven op:


‘Geef ’t gestolen goed terug

of wij slaan een bult uit uwe rug

en met uw keizerlijke pin

zakt ge nog dieper de IJzer in!’


(Albeir, Albeir!

Ge moet niet benauwd zijn voor de Duitse revolveir!

Elisabeth, Elisabeth!

Ge moet niet benauwd zijn voor de Duitse bajonet!)





9.1.10

Scharpenelle 12 - Er was eens...






… op een afgelegen deel van de terreinen van een groot ziekenhuis:
een klein gebouw.

Vreemdelingen mochten het niet naderen.
Oud verpleegden die het geheim kenden,
bleven vrijwillig uit de buurt.

De enigen aan wie de toegang niet geweigerd werd,
waren een zestal met zorg uitgekozen doktoren
en een twintigtal verpleegsters.

In dit gebouw leefden tachtig dode mannen,
geheime slachtoffers van de Grote Oorlog.

De wereld geloofde dat zij dood waren.
Zelfs hun familieleden was officieel meegedeeld 
dat zij gevallen waren.
Op de officiële dodenlijsten droegen zij de namen
van zij die gesneuveld waren op het veld van eer.

Maar zij leefden nog steeds.

Waarom? Daarom.


De reden voor hun geheime afzondering?
Hun afgrijselijk uiterlijk.

Verminkt waren zij, door bommen en granaten,
gifgassen en shrapnell.

Ieder van deze tachtig wrakken die eens mannen waren,
was nu geheel en al verlamd,
blind, doof
en stom.

Het enige dat zij volgens hun verzorgers nog konden doen,
was ademhalen
en eten.


Niemand wist en niemand zou ooit weten wat zij dachten –
indien zij althans nog in staat waren om te denken –
en welke folteringen zij doorstonden.
Want geen klank ontsnapte ooit aan hun lippen.

Zij lagen in bedden die de vorm hadden van wasmanden.
Op die manier konden zij makkelijker verpleegd worden.

Sommigen waren nog jongens
toen de oorlog uitbrak die hen misvormde
tot wezens, hulpelozer dan een dier.

Een staf speciaal opgeleide doktoren waakte over hen
en stelde alles in het werk om hun folteringen te verzachten.

Vele, vele jaren lagen zij daar zo in hun wasmanden
als stomme getuigen van de Grote Oorlog.

En leefden zij nog lang en ongelukkig tot het

Einde.







4.1.10

Nederlandse "Mystery Pop" singer-songwriter Corjan krijgt rol in Britse film


 


De speelfilm ‘The Stone’ is een produktie van bestseller auteur en bekroond cineast Philip Gardiner die de film regisseert en het script schreef samen met John  Symes. De film wordt in 2010 wereldwijd vertoond op de grote festivals en gaat  daarna in 'major release' distributie via Warner Brothers. Corjan speelt in de film zichzelf en brengt live zijn single ‘Haunting me  down’ die hij speciaal voor de gelegenheid schreef. Het optreden wordt in de  komende maanden gefilmd in een Engels theater waar een gedeelte van het script  zich afspeelt


Regisseur Philip Gardiner en Corjan (achternaam: De Raaf) raakten in contact  in het kader van Corjans Mystery Pop project, een nog uit te brengen album  met liedjes die zijn geïnspireerd op internationale bestseller boeken uit het 'historical mystery' genre. Eén van de liedjes is ‘The Bond Code’, geïnspireerd op Philip  Gardiner’s gelijknamige boek. Corjan trad afgelopen jaar al een keer op in  Gardiner’s talkshow op SKY Televisie in Engeland.


De film ‘The Stone’ zal van special FX worden voorzien door het team dat  eerder ‘Shaun of the Dead’ tot een hit maakte en heeft een cast met sterren als  Tony Scannell (uit de populaire britse politieserie ‘The Bill’), Bunny Reed  (‘Hammer’) en acteurs uit de cast  van de Harry Potter films. In 'The Stone' treedt Corjan op naast de Engelse rockband No Redemption van  Gemma Simpson en James Earnshaw, die ook de musical direction doet voor de  film.


Zelf leerde ik Corjan persoonlijk kennen - en zijn werk ook heel erg appreciëren – tijdens een driedaagse in mei 2009 in Brugge en Orval, samen de Amerikaanse bestseller schrijfter Kathleen McGowan, die net als ik uitgebreid over de mysteries van Brugge (het Heilig Bloed) en Orval (Nostradamus in Orval) heeft geschreven of nog zal schrijven.


Meer info:


Mister Mystery Pop
The Masonic Magician Cagliostro: the 4th Mystery Pop Song by Corjan

The Magdalene Line of Kathleen McGowan 
The Holy Sepulchre of Bruges-la-Morte (met foto's van Corjan)







Voor meer informatie over 'The Stone':
http://thestonemovie.webs.com - de officiële website van de film
http://www.corjan.net - de officiële weblog van Corjan








2.1.10

Scharpenelle 11 - De Engel Zal Komen





Maar de Engel zal komen:


als wij diep genoeg dromen,


wordt de Engel werkelijkheid,


witte vleugels wijd gespreid.





Ja de Engel zal komen:


als wij diep genoeg dromen,


wordt de Engel werkelijkheid,


nu en tot in de eeuwigheid.




Luister hier naar De Engel Zal Komen, uit het muziektheater Scharpenelle, bekroond met de Visser Neerlandia Prijs (2005).



Luisterboeken Podcast