13.12.22

De Meester der Dingen



Ik was nog geen twintig, toen iemand over mijn verhalenschrijverij wist te melden dat ik 'een visuele verbeelding' had. Korte tijd later ging ik dan ook aan de slag als stripscenarist. Tegelijk voelde ik mij in eerste instantie een verteller van verhalen. Maar het werken met woord én beeld heb ik eigenlijk nooit losgelaten. 

Eén van mijn twee grote frustraties - de andere is dat ik alleen declamerend kan zingen - is dat ik niet het minste tekentalent bezit, een harde waarheid waarmee ik als achtjarig striptekenaar in de dop geconfronteerd werd. Later heb ik dat manco gecompenseerd door enerzijds scenario's te gaan schrijven, en anderzijds - zodra de technische middelen voorhanden waren - de mogelijkheden te onderzoeken van foto- en videobewerkingen. 

In 2010 publiceerde de creatieve guru Austin Kleon Newspaper Blackout en vond daarmee het niet echt nieuwe, maar hoe dan ook wel onvervalst 21ste eeuwse genre van de blackout poetry uit (in het Nederlands: stiftgedicht). Sinds een kleine tien jaar ben ik een enorme fan van het genre, en ook een fervent beoefenaar. Eén van de leuke aspecten van blackout poetry is dat je bezig bent met woord én beeld, zonder dat je hoeft te kunnen tekenen. Kleon noemt zich trouwens een tekenaar die schrijft, en een schrijver die tekent. En dat de visuele weergave van je werkstuk, waarin je alle huidige mogelijkheden van fotobewerking volop kunt benutten, even belangrijk is als de inhoud... en uitermate geschikte om te publiceren via sociale media. Dat je de grafische vormgeving kunt uitpuren en - als niet-tekenaar - gebruik kunt maken van analoge of digitale collage technieken. Dat je zo rechtstreeks aansluiting kunt vinden bij een aantal surrealistische kunstenaars die ten zeerste tot je verbeelding spreken - Max Ernst, om het bij die ene te houden - is mooi meegenomen.






Ik heb een paar bundels met stiftgedichten gepubliceerd: Eutopia/Blackout en Malemort/Blackout  - maar de meeste van mijn blackout poetry, ook en vooral Engelstalig, is te vinden op mijn Instagram pagina.  Als mensen me vragen of ik nog wel wat schrijf, omdat er geen dikke boeken meer van mij verschijnen, verwijs ik ze graag door naar de - op de dag van vandaag - 1169 bijdragen op die pagina, waarvan er meer dan 1000 tot het genre van de blackout poetry behoren. (Of naar de 50 afleveringen van de podcast Mysterieus België waarin ik mij als verteller van verhalen volop kan uitleven.)

Sinds begin dit jaar heeft de blackout poetry er nog een dimensie bij gekregen. Toen ontdekte ik, net als zovelen, de geneugten van geweldige artificiële intelligentie programma's als Nightcafé of Midjourney. Een zegen voor mensen die alleen kunnen schilderen met woorden. Eindelijk is het nu mogelijk op digitale wijze collages te maken van woord & beeld, ware graphic poems. Het liefst vertrek ik daarbij vanuit een stiftgedicht, dat ik al dan niet tot een 'gewoon' gedicht herschrijf (zoals ik ook deed in Eutopia/Blackout). Zo heb ik erg veel plezier beleefd aan de kleine serie De Meester der Dingen... 

 


  







... waar ik allerlei variaties van heb gemaakt...    














... en meteen ook maar een vertaling.   












22.9.22

In de Tovertuin: Variaties op Wilde Cichorei


De geneugten ontdekt van o.a. Midjourney, het programma dat je toestaat, via artificiële intelligentie (AI), beelden te maken met woorden. Een legende over de wilde cichorei levert dan bijvoorbeeld een gedicht, dat beelden genereert waarmee je het gedicht weer kunt aanpassen. Dit eerste experiment leverde alvast tamelijk wat keuzestress op.

 



'Betover  mij,'
zei het meisje,
'tot ik bloei als een bloem
zo blauw in jouw
geheime tuin.'










6.8.22

De Führer en zijn Profeet, een hoorspelmonoloog

 


Blijkbaar ben ik één van die schrijvers die hun verhalen een leven lang met zich meedragen. Sinds de vroege jaren negentig keer ik met enige regelmaat terug naar historische personages en thema's, zowel in mijn boeken als in de vele toneelstukken of hoorspelen die ik schreef, om die telkens vanuit een andere invalshoek te belichten. Soms duikt er gewoon ook nieuwe informatie op: lezers zetten je op een vers spoor, en met de komst van het internet opende zich een goudmijn voor de schrijver van historische 'faction'. Zowel rond de mysteries van het Lam Gods en de Graal, als rond de dood van koning Albert I, de engelen van Mons, de geheimen van Orval en hun verband met Nostradamus of het Franse koningshuis, is het niet bij één boek, essay, toneelstuk of hoorspel gebleven.

Eén van die rode draden in mijn werk wordt stevig vastgehouden door de enigmatische figuur van Erik Jan Hanussen. Een joods helderziende en astroloog, variété artiest, illusionist en charlatan... die Adolf Hitler zou opgeleid hebben tot redenaar, en niet alleen diens doorbraak voorspelde, maar ook zijn ondergang. Hoorspelmaker René Metzemaekers bezorgde mij in de vroege jaren negentig een artikelenreeks uit 1933, die de raadselachtige moord op de toen wereldberoemde artiest probeerde te verklaren. Hanussen werd geëxecuteerd in de nacht van 24 op 25 maart 1933, kort na de definitieve doorbraak van Hitler en de brand van de Rijksdag. Misschien moest ik me maar eens verdiepen in dat mysterie, zei hij.
 
De naam deed meteen een belletje rinkelen. In 1988 bracht regisseur Istvan Szabo de film Hanussen uit, met in de hoofdrol een schitterende Klaus Maria Brandauer. Ik had de film op televisie gezien en was ten zeerste onder de indruk geweest. Mij intrigeerde vooral hoe het motief voor de moord, en dus ook de dader(s), in de film werden gezocht in de politiek. En hoe de artikelenreeks uit de zomer van 1933 in alle talen zweeg over nazi's of communisten, maar een verklaring zocht in de schulden van Hanussen, of in zijn liederlijke levenswandel. 

Ik beet mij vast in het thema en trok op onderzoek uit, wat in die pre-internet tijden allesbehalve een sinecure was. Lion Feuchtwanger had een geromanceerde biografie over Hanussen geschreven, onder de titel Die Brüder Lautensack (1956, vertaald als De man die de toekomst zag). In Adolf Hitler, het einde van een mythe (Bruna, 1978) ging John Toland tamelijk uitvoerig in op de man. Ik vond hem ook terug in Voor de zondvloed, Berlijn in de jaren twintig (Het Wereldvenster, 1978) van Otto Friedrich, en Een pijl in de ruimte (De Bezige Bij, 1953) van Arthur Koestler. En dat was het zo ongeveer.

Aan de hand van dat materiaal schreef ik een essay met als titel De Führer en zijn profeet, dat in 1993 verscheen in het literair tijdschrift Kreatief. Het leverde de basis voor een toneelmonoloog, die in datzelfde jaar nog opgevoerd werd door Robin David: Uit de dood van... Hanussen, Erik Jan. Maar er zat nog meer in, vond ik. Een volavond toneelstuk bijvoorbeeld, Voor het Variété, dat ik instuurde voor de Wim Verbeke Theaterprijs voor Jongeren. Het leek mij namelijk interessant het hele verhaal eens te vertellen vanuit het standpunt van zijn dochter, die zich afvroeg wat haar vader voor iemand was geweest. Was hij werkelijk voor de nazi's... of toch voor de communisten... of alleen maar voor het variété? Het stuk werd bekroond met een tweede prijs en het jaar daarop kon ik het zelf regisseren voor toneelgroep Salvator uit Wieze. 

Ondertussen had ik alleen, maar ook samen met Guy Didelez, enkele succesvolle jeugdboeken geschreven. Eigenlijk had René Metzemaekers de artikelen over Hanussen eerst aan Guy bezorgd, maar hij zag er niet meteen een verhaal in dat hem lag. Het personage van Hannah - de dochter die Hanussen inderdaad had - legde echter ook voor hem de weg naar een jeugdroman open. Wij gingen samen aan de slag met het verhaal... en dat resulteerde in de jeugdroman In het teken van de ram, die in 1996 de Prijs Knokke-Heist voor het Beste Jeugdboek won, en waarvan de Duitse vertaling het jaar daarop werd bekroond met de Eule des Monats. Het zorgde ervoor - en ook nog de andere vertalingen in het Noors, het Italiaans en het Spaans - dat we eindelijk min of meer serieus werden genomen door de kritiek. De boeken die wij vóór In het teken van de ram publiceerden werden graag gelezen en goed verkocht, maar tegelijk werden we vlotjes weggezet als 'alleen maar' schrijvers van spannende boeken. Plotseling mocht het ook ietsje meer zijn. (Erg lang konden we niet rekenen op de goodwill van recensenten en subsidieverstrekkers, maar dat is weer een ander verhaal.)

Misschien is dit de gepaste plek om te bekennen dat ik eigenlijk een gemankeerde toneelspeler ben. Oké, ik heb mij alsnog danig kunnen uitleven op het podium, vooral dan in de periode 1998-2012, met mijn gezelschap voor muziektheater, Compagnie de Ballade. Maar in de eerste helft van de jaren negentig beperkte ik mij nog tot lezingen en vertellingen. Een toneelmonoloog gaf ik aan een echte acteur, hooguit regisseerde ik die dan. Spelen deed ik wel in de luisterspelen die we toen maakten voor de vrije radio's, maar in die voor de BRT mocht het niet, want ik was geen professioneel acteur (en regisseren mocht evenmin, want daar had ik ook geen opleiding voor gehad). 



Edoch...  het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Met de uitvinding van de podcast, kan ik mij helemaal uitleven achter een micro. Een lichtjes voor audio drama herwerkte versie van de toneelmonoloog over Hanussen stond al een tijd op mijn verlanglijstje. Voor Compagnie de Ballade had ik ooit een liedjestekst 'van Hanussen' geschreven, Stokken & stenen, en we hadden daar zelfs een opname van gemaakt, maar het was nooit in een productie terecht gekomen. Het geschikt moment dus om ook dat nummer nog eens boven te halen...    

  

30.7.22

Boek en driedelige podcast rond een duiveljager op komst...


De afgelopen weken zijn we enkele dagen met een uitgebreid gezelschap neergestreken in de bibliotheek van Moerbeke-Waas. We hebben daar een mobiele studio opgezet om opnames te maken voor een driedelige serie van de podcast Ware Misdaad, getiteld De duiveljager, waaraan ik verbonden ben als scenarist, regisseur en producent. De podcast kunt u beluisteren in het najaar van 2022, als een voorproefje van het gelijknamige boek van Jürgen Gijsel, dat eind november verschijnt bij de Scriptomanen. 




Wat het precieze onderwerp is van podcast en boek? Daarover houden we u graag nog even in spanning, maar wie alvast op speurtocht wil gaan, komt al een heel eind met de titel, de omschrijving 'historische true crime' en de locatie: het Waasland. Of beter gezegd: het grensdorp Koewacht. En de stad Middelburg, in Zeeland. Eerder hadden de auteur Jürgen Gijsel, geluidstechnicus Antoine Derksen en ikzelf dan ook al opnames gemaakt op die locaties. Maar voor de reconstructies van het docudrama hadden we acteurs en actrices nodig, en de bibliotheek van Moerbeke-Waas was zo vriendelijk haar infrastructuur ter beschikking te stellen. 

Hier zorgen Peter Kooremans en Didi Neefs voor het Nederlandse accent van een paar personages in het docudrama: 




De productie werd opgezet in samenwerking met de toneelkring Baudeloo uit Sinaai. Aan De duiveljager werkten mee: Ignaas Van den Bossche, Tine Van Poucke, Kirstel De Mulder, Yoshi Gysel, Stefan Van Pottelberghe, Willy De Mulder, Erik Van Guyse, Karin De Wael en Marleen De Plukker. 






 

20.7.22

De Zwarte Weduwe - het verhaal van de moderne Blauwbaard, Henri Désiré Landru

 


Parijs, 1922. Op de avond voordat zijn hoofd zal vallen in de mand onder de guillotine, bijgenaamd de Zwarte Weduwe, wordt Henri Désiré Landru in zijn dodencel bezocht door "een droom van een vrouw, de vrouw van mijn angstdromen". Ze noemt zich de Zwarte Weduwe en ze beweert wraak te willen nemen voor wat haar zusters werd aangedaan... 

Henri Désiré Landru had een huwelijksbureau opgericht, waarin hij de enige kandidaat was. Onder een valse naam begon hij een relatie met tientallen vrouwen, onder wie er een aantal werden vermist. Had hij ze, met het oog op hun centen, als een moderne Blauwbaard om het leven gebracht... en laten verdwijnen in de oven van zijn buitenhuisje in Gambais? 

 In 1992 publiceerde Patrick Bernauw een bundel "docudetectives" over legendarische vrouwenmoordenaars, onder de titel Landru bestaat niet. Ook daarin onderzocht hij al de mogelijkheid of Landru inderdaad werd "geflikt". In 1999 was Zwarte Weduwe de tweede productie van het gezelschap voor muziektheater van Patrick Bernauw, Compagnie de Ballade. Een mini-musical waarin hij ook zelf de rol van Landru vertolkte, de verteller. Zijn broer Fernand (www.naami.bandcamp.com) zorgde voor de muziek; Fré Schollaert, Amaryllis Temmerman en Ann Devuyst namen de zangpartijen voor hun rekening. 

Patrick herwerkte de mini-musical tot deze hoorspel monoloog, met muziek uit de voorstelling: o.a. Geen motief voor moorddadige praktijken en Het Lied van de Zwarte Weduwe.

 

27.6.22

Oilsjterse Verrozjelkes - verteltheater en podcast

 



Het was alweer een tijdje geleden dat ik mijn stokpaardje nog eens van stal mocht halen voor een stukje vertel- en muziektheater, naar een scenario van Veerle Van Vaerenbergh. De Oilsjterse Verrozjelkes zijn gestart als een verzameling Aalsterse volksverhalen en volksliedjes, die Veerle zich nog herinnerde uit haar kindertijd. In samenwerking met mijn schrijfklassen aan de Academie voor Podiumkunsten, maakten we er een stadswandeling van, werden de liedjes met gitaarleerkracht Wido Uvin opgenomen in de studio, herschreven we drie verhalen tot heuse hoorspelen, stelden we dat alles ter beschikking van het publiek in een podcast... en beleefden we op 25 juni een schitterende première voor een afgeladen volle Geuzenzaal in Utopia. 




Er staan voor 2022 al optredens op het programma in wzc de Gerstjens en in de Living van de Tafel van Elise, beide in Erembodegem. Wie dit wervelende knotsgekke gezelschap ook wil uitnodigen, kan een mailtje sturen naar storytellers@inter-actief.be  




Je kent Aalst, zeg je? Ken je dan ook Smaatbolleken en Poesjkapelle? Anna mè eir Leire Tannen en de Droa Begantjes van ‘t Schoorebeik? De Gaave Krollekop? In "deeze Groeëten Oilsjtersen Loisterboek" stellen diverse volkse figuren zich met een gracieuze révérence aan u voor... En ze doen dit met een fabelachtige vertelling, een volkssprookje, een kolderesk rijm, een (nieuw) volksliedje... 

Op de foto's: Veerle Van Vaerenbergh, Patrick Bernauw, Vera Steenput, Annick Labrosse, Isabelle Tolleneer, Jos Van Dorpe, Anna van Ro, Wieland Heymans en Wido Uvin. 



























1.6.22

Oilsjterse Verrozjelkes: De Gaave Krollekop - hoorspel én live verteltheater, 25 juni

 

Opnames voor de Gaave Krollekop

Met alle soorten genoegen heb ik het afgelopen jaar samen met schrijfster Veerle Van Vaerenbergh en zowat de voltallige schrijfklassen van de Academie voor Podiumkunsten in Aalst gewerkt aan de Oilsjterse Verrozjelkes. Een stadswandeling vastgelegd op podcast, en enkele liedjes zoals bijvoorbeeld dit Smaatbolleken... 





... maar ook een drietal hoorspelen waarop ik als regisseur de innerlijke Monty Python nog eens mocht loslaten. Een eerste resultaat kon u al beluisteren: Jeanne & Jaan. Maar vandaag stel ik graag De Gaave Krollekop aan u voor. Of hoe een gouden krullenbol het met een paar dappere strijdmakkers opnam tegen een heel leger Moren, en op die manier een prinses aan zijn haak sloeg:

  




U hoort behalve mijneigen mijnzelve de stemmen van Grazielle D'haeseleer, Annick Labrosse, Vera Steenput, Isabelle Tolleneer, Jos Van Dorpe, Anna van Ro en Veerle Van Vaerenbergh. Muziek & geluidseffecten van Wieland Heymans, Wido Uvin, Vera Steenput en Fernand Bernauw. Deze opname werd gerealiseerd met de steun van de Erfgoedcel Denderland.






Wilt u dit Oilsjters Verrozjelke live meemaken? Op zaterdag 25 juni om 14 uur treden wij op met "De Gaave Krollekop" en andere verrozjelkes in de Geuzenzaal van Utopia, Aalst. Toegang: 5 euro. Reserveren is noodzakelijk, via storytellers@inter-actief.be Alle verdere info hier! 





Luisterboeken Podcast