24.4.25

Een magisch-realist in Mysterieus België 3: Van de Zieneres van Onkerzele tot de Kroonprins van Frankrijk

 



In die vroege jaren negentig wilden Guy Didelez en ik een boek schrijven over Leonie Van den Dijck, aan wie in 1933 de Heilige Maagd verscheen, die de moord op koning Albert I voorspelde en die net voor haar dood verkondigde aan haar biograaf Gustaaf Schellinck dat haar lijk ongeschonden bewaard zou blijven. In 1972, 23 jaar later, werd zij opgegraven… en ja hoor.

Om ons boek te kunnen schrijven, hadden we de biografie van Gustaaf Schellinck nodig, enkele honderden gestencilde pagina’s die nergens meer te vinden waren. Guy en ik staakten na lang zoeken onze queeste… wellicht op een donderdag. Want op vrijdag was er een feestje van de uitgeverij, stond ik aan te schuiven aan het buffet, raakte ik aan de praat met Jacques Van Mello, die onze boeken naar de boekhandel bracht… en die het hele typoscript op zijn zolder liggen had.




De Tweede Synchroniciteit om U tegen te zeggen, in nauwelijks twee jaar tijd! 

Guy en ik schreven Het Orakel Ontgraven en De Moord op Albert I, later herwerkten we die historische thriller voor jongeren tot Het februaricomplot. Nog later schreef ik de opnieuw bijgewerkte versie voor een volwassen publiek, Het Illuminati Complot.

Zonder deze twee synchroniciteiten op rij, in het begin van mijn schrijverscarrière, had die carrière er ongetwijfeld heel anders uitgezien… en zou ze misschien nooit echt van de grond gekomen zijn.

 



Toen waren er bijna twintig jaar lang geen betekenisvolle coïncidenties van enige betekenis meer te bespeuren… Tot ik in 2012 mijn historische faction thriller De Zaak Louis XVII voorstelde, tijdens de Gentse Feesten, in de ontwijde Parnassus kerk.

 



Dat hele verhaal was gebaseerd op feiten, mij aangeleverd door Jürgen Schalck van ‘de Familie’. Aan de hand van allerlei historisch materiaal beweerden de familieleden tot de afstammelingen te behoren van de Franse kroonprins, die tijdens de Revolutie zou zijn omgekomen… maar in werkelijkheid was ondergedoken in Vlaanderen.






In het zeer feitelijke dossier van De Zaak Louis XVII smokkelde ik één fictief element binnen: dat Franciscus Rombaut – in werkelijkheid Louis XVII – aan Hendrik Conscience had gevraagd zijn biografie neer te schrijven. Dan kon hij die als een soort levensverzekering voor hem en zijn nazaten achter de hand houden. Om de correspondentie tussen Conscience en Rombaut geloofwaardig te maken, had ik dit boek tot mijn beschikking.


We hebben een week lang met de Bende van de Boonaparten in Gent gespeeld. Na afloop van de Gentse Feesten kuier ik De Slegte binnen, niet echt op zoek naar iets specifieks… en vind daar dit boek van Conscience. Eigenlijk is dit voor een groot stuk het boek dat ik meende verzonnen te hebben, en dat ik verwerkt had in De Zaak Louis XVII, de roman die ik net aan pers en publiek had voorgesteld. Schreef Conscience werkelijk een sleutelroman over de ondergedoken Franse kroonprins en zijn Familie?

Deze vondst vormde een soort intermezzo, een brugje naar mijn Tweede Periode van Synchroniciteiten.



Alles & zelfs nog ietsje meer over deze kwestie
leest u in mijn nieuwe boek

Een magisch-realist in Mysterieus België, 
het Boek der Synchroniciteiten







Een magisch-realist in Mysterieus België 2: De Graal van Brugge

 



Mijn Eerste Synchroniciteit - een dummy van een boek over de Rechtvaardige Rechters - wordt de aanleiding voor een hele reeks boeken over het Heilig Bloed en de Heilige Graal. Hierin verkondig ik de hypothese dat het geheim van de afstammelingen van Jezus Christus en Maria Magdalena niet in Rennes-le-Château werd bewaard, maar in Brugge. En dat het niet werd ontdekt door pastoor Bérenger Saunière, maar door pastoor Van Haecke, de kapelaan van de kapel van het Heilig Bloed.




Van Haecke werd op zeker ogenblik zelfs door de Franse schrijver Joris-Karl Huysmans ‘de Paus van Satan’ genoemd. De zeer ervaren courtisane Berthe Courrière liet al haar kleren bij hem thuis achter en sloeg poedelnaakt en hysterisch op de vlucht voor zijn ‘zonderlinge handelingen’. Welke vreemde rituelen voerde hij dan uit?




Alle wegen van de Graal – en dus ook van de Tempeliers – blijken te leiden naar Brugge, Ieper, Koksijde, Sint-Omaars en in tweede instantie: Orval. Net als pastoor Boudet, de vriend van Saunière – die wellicht met hem onder één bonnet speelde – schreef Van Haecke een gecodeerd boek over dat Heilig Bloed. Dat maakt deze code op de laatste pagina wel duidelijk. Het is een chronogram, een waarschuwing: ‘Lezer, let op, er staat meer tussen deze pagina’s dan je bij een oppervlakkige lezing zou vermoeden!’



Alles & zelfs nog ietsje meer over deze kwestie
leest u in mijn nieuwe boek

Een magisch-realist in Mysterieus België, 
het Boek der Synchroniciteiten







Een magisch-realist in Mysterieus België 1: Mysteries van het Lam Gods

 

In 1990 vond ik in De Slinger van Foucault van Umberto Eco 
een verwijzing naar 
l’Aiguille Creuse van Arsène Lupin.

Niet al te letterlijk vertaald in het Nederlands 
als Het geheim van Arsène Lupin.

 

In het voorjaar van 2025 gingen we de Holle Naald
in het Normandische Etretat bezoeken,
 en ook het huis van Maurice Leblanc,
geestelijke vader van Arsène Lupin. 



Deze Lupin Code sprak ten zeerste tot de verbeelding van Eco's
Graal -en Tempeliersfanaten... Maar goed, we weten allemaal
dat als iemand met de Tempeliers aan komt zetten,
het bijna altijd een gek is.

Alleen was Jacopo Belbo niet gek,
maar had hij spelenderwijs, via het Spel, de waarheid ontdekt.



Zo zet je die cijfers om in letters. En laat het nu net dit boek van Lupin
en deze code zijn, die ook zo tot de verbeelding spraken van Arsène Goedertier,
de vermoedelijke dief van het paneel De Rechtvaardige Rechters.
Liet hij zich voor zijn merkwaardig exploot inspireren door L'Aiguille Creuse?



De veertiende afpersingsbrief, aangetroffen in de nalatenschap van Goedertier,
eindigt met een reeks punten, streepjes en cijfers
die mogelijk tot eenzelfde code behoren.
Maar over die Rechtvaardige Rechters rept Eco met geen woord,
en ondertussen werk ik naarstig verder
aan mijn boek over de Mysteries van het Lam Gods,
waarin ik betoog dat de roof alles te maken heeft
met de mysteries van de Graal en de Tempeliers.



Het boek is zo goed als af, maar ik mis nog een waardig sluitstuk.
Als je schrijft over hét Mysterie van het Lam Gods, 
de Roof van de Rechters, moet je toch zo ook je idee hebben
over een mogelijke bergplaats? En die heb ik wel degelijk...



Het Huis van de Gebroeders Van Eyck bijvoorbeeld,
waar Jan het Lam Gods afwerkte, is een bijzonder geschikte bergplaats.
Alleen al omdat ze paalt aan het stamcafé van Goedertier.



En dan vind ik in een stoffig Aalsters antiquariaatje
een boek van Valère Depauw,
Het geheim van de dubbele muur, een faction detective 
over de diefstal van de Rechtvaardige Rechters.



Mijn Eerste Synchroniciteit is een Feit!
Het boek blijkt binnen wel uitsluitend blanco pagina's te hebben.
Het is een dummy, waar een meisje van een jaar of achttien
haar poëtisch dagboek in heeft neergepend,
dat hoegenaamd niets met de Rechters te maken heeft.



Nu heb ik bij Baigent, Leigh & Lincoln gelezen -
het trio dat de Graal als symbool voor de 'bloedlijn' 
van Jezus en Maria Magdalena op de kaart zette -
dat de beste leugens altijd verdraaiingen van de waarheid zijn...

"Wat als dit geheim van de dubbele muur in wezen
het geheim zou zijn van de dubbele muur
tussen het Huis van de Gebroeders Van Eyck
en Café Mokka?" zo vroeg ik mij af.



Alles & zelfs nog ietsje meer over deze kwestie
leest u in mijn nieuwe boek

Een magisch-realist in Mysterieus België, 
het Boek der Synchroniciteiten







Podcast Luisterboeken