In die vroege jaren negentig wilden Guy Didelez en ik een boek schrijven over Leonie Van den Dijck, aan wie in 1933 de Heilige Maagd verscheen, die de moord op koning Albert I voorspelde en die net voor haar dood verkondigde aan haar biograaf Gustaaf Schellinck dat haar lijk ongeschonden bewaard zou blijven. In 1972, 23 jaar later, werd zij opgegraven… en ja hoor.
Om ons boek
te kunnen schrijven, hadden we de biografie van Gustaaf Schellinck nodig,
enkele honderden gestencilde pagina’s die nergens meer te vinden waren. Guy en
ik staakten na lang zoeken onze queeste… wellicht op een donderdag. Want op
vrijdag was er een feestje van de uitgeverij, stond ik aan te schuiven aan het
buffet, raakte ik aan de praat met Jacques Van Mello, die onze boeken naar de
boekhandel bracht… en die het hele typoscript op zijn zolder liggen had.
De Tweede Synchroniciteit om U tegen te zeggen, in nauwelijks twee jaar tijd!
Guy en ik
schreven Het Orakel Ontgraven en De Moord op Albert I, later
herwerkten we die historische thriller voor jongeren tot Het
februaricomplot. Nog later schreef ik de opnieuw bijgewerkte versie voor een volwassen publiek, Het
Illuminati Complot.
Zonder deze
twee synchroniciteiten op rij, in het begin van mijn schrijverscarrière, had
die carrière er ongetwijfeld heel anders uitgezien… en zou ze misschien nooit
echt van de grond gekomen zijn.
Toen waren er bijna twintig jaar lang geen betekenisvolle coïncidenties van enige betekenis meer te bespeuren… Tot ik in 2012 mijn historische faction thriller De Zaak Louis XVII voorstelde, tijdens de Gentse Feesten, in de ontwijde Parnassus kerk.
Dat hele verhaal was gebaseerd op feiten, mij aangeleverd door Jürgen Schalck van ‘de Familie’. Aan de hand van allerlei historisch materiaal beweerden de familieleden tot de afstammelingen te behoren van de Franse kroonprins, die tijdens de Revolutie zou zijn omgekomen… maar in werkelijkheid was ondergedoken in Vlaanderen.
In het zeer feitelijke dossier van De Zaak Louis XVII smokkelde ik één fictief element binnen: dat Franciscus Rombaut – in werkelijkheid Louis XVII – aan Hendrik Conscience had gevraagd zijn biografie neer te schrijven. Dan kon hij die als een soort levensverzekering voor hem en zijn nazaten achter de hand houden. Om de correspondentie tussen Conscience en Rombaut geloofwaardig te maken, had ik dit boek tot mijn beschikking.
We hebben een week lang met de Bende van de Boonaparten in Gent gespeeld. Na afloop van de Gentse Feesten kuier ik De Slegte binnen, niet echt op zoek naar iets specifieks… en vind daar dit boek van Conscience. Eigenlijk is dit voor een groot stuk het boek dat ik meende verzonnen te hebben, en dat ik verwerkt had in De Zaak Louis XVII, de roman die ik net aan pers en publiek had voorgesteld. Schreef Conscience werkelijk een sleutelroman over de ondergedoken Franse kroonprins en zijn Familie?
Deze vondst
vormde een soort intermezzo, een brugje naar mijn Tweede Periode van
Synchroniciteiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten