Mijn Eerste Synchroniciteit - een dummy van een boek over de Rechtvaardige Rechters - wordt de aanleiding voor een hele reeks boeken over het Heilig Bloed en de Heilige Graal. Hierin verkondig ik de hypothese dat het geheim van de afstammelingen van Jezus Christus en Maria Magdalena niet in Rennes-le-Château werd bewaard, maar in Brugge. En dat het niet werd ontdekt door pastoor Bérenger Saunière, maar door pastoor Van Haecke, de kapelaan van de kapel van het Heilig Bloed.
Van Haecke
werd op zeker ogenblik zelfs door de Franse schrijver Joris-Karl Huysmans ‘de
Paus van Satan’ genoemd. De zeer ervaren courtisane Berthe Courrière liet al
haar kleren bij hem thuis achter en sloeg poedelnaakt en hysterisch op de
vlucht voor zijn ‘zonderlinge handelingen’. Welke vreemde rituelen voerde hij dan uit?
Alle wegen
van de Graal – en dus ook van de Tempeliers – blijken te leiden naar Brugge,
Ieper, Koksijde, Sint-Omaars en in tweede instantie: Orval. Net als pastoor
Boudet, de vriend van Saunière – die wellicht met hem onder één bonnet speelde
– schreef Van Haecke een gecodeerd boek over dat Heilig Bloed. Dat maakt deze
code op de laatste pagina wel duidelijk. Het is een chronogram, een
waarschuwing: ‘Lezer, let op, er staat meer tussen deze pagina’s dan je bij een
oppervlakkige lezing zou vermoeden!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten