Door het Sleutelgat
Zij
was de Koningin van de Verboden Stad
en
gij haar ontdekkingsreiziger.
Onvervaard
reisde gij langs de Zijderoute
van
haar dijen naar het Hoge Noorden,
over
berg & dal van borst & buik
naar
het Diepe Zuiden.
Nu
staat gij voor een gesloten deur.
Waren
uw woorden maar toverspreuken
waarmee
men alles open gooit
– zoals zij
voor u
armen
en benen,
ooit…
Toen
zij u toestond haar wond-
eren
te bewonderen, haar paleizen
&
kathedralen & lusttuinen
om
in te verdwalen.
Zij
schonk u de sleutel van haar schatkamer,
maar
daar ligt gij nu op haar drempel:
verlamd
op het marmer
en
hoeveel dromen armer?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten