by: interactief
Op 15 maart 2012 wordt Louis Paul Boon honderd jaar oud. Een goede gelegenheid, vond ik, om enige verjaardagswensen te ronselen voor mijn dorpsgenoot, van illustere en anonieme personen en personages die van ver of nabij iets te maken hebben met Louis Paul Boon, zijn leven en werk, Erembodegem en Aalst, literatuur en schone kunsten... Dit alles in samenwerking met mijn sinds kort vooral virtueel geanimeerde gezelschap Compagnie de Ballade, en in een productie van het artistiek collectief vzw de Scriptomanen, dat ook betrokken is bij Elpee Boon, een liedjesprogramma van Aalstenaar Rudi De Smet, waarvan deze demo een voorproevertje is:
Ik ben altijd een groot bewonderaar van Boon geweest; van zijn grote historische romans vooral: Pieter Daens, Het Geuzenboek, De Bende van Jan De Lichte - maar ook van het "kleine werk", zoals Mijn kleine oorlog. In de jaren negentig heb ik het genoegen gehad Vergeten Straat te mogen bewerken tot een driedelig luisterspel voor de toenmalige BRT.
Mijn bewondering voor de schrijver Louis Paul Boon is altijd ook gekleurd geweest door die eerste mei van het jaar 1979, toen ik als nog vrij verse zeventienjarige met de bibber in de benen uitgenodigd was ten huize Boon. Mijn toenmalig lief en huidige vrouw had daar voor gezorgd. Ik dacht dat we het over de literatuur zouden hebben, maar we hebben het die avond over zowat alle denkbare koetjes en kalfjes gehad - ik herinner me nog dat hij Richmond rookte, net als ik, en dat we ons vrolijk maakten over het woordje "doize" - maar niet over boeken. Na vijf minuten voelde ik me al helemaal thuis bij Louis en Jeanneken, en het was pas bij het afscheid dat Louis met een Izenglimse glimlach zei: 'Oh ja, ik heb ook nog enkele gedichten van u gelezen. Ik zal die eens doorsturen naar vriend Willie, die zal wel weten wat ermee aan te vangen.' - En zo lag niemand minder dan Louis Paul Boon aan de basis van mijn eerste echte publicatie in een heus literair tijdschrift...
Mijn bewondering voor de schrijver Louis Paul Boon is altijd ook gekleurd geweest door die eerste mei van het jaar 1979, toen ik als nog vrij verse zeventienjarige met de bibber in de benen uitgenodigd was ten huize Boon. Mijn toenmalig lief en huidige vrouw had daar voor gezorgd. Ik dacht dat we het over de literatuur zouden hebben, maar we hebben het die avond over zowat alle denkbare koetjes en kalfjes gehad - ik herinner me nog dat hij Richmond rookte, net als ik, en dat we ons vrolijk maakten over het woordje "doize" - maar niet over boeken. Na vijf minuten voelde ik me al helemaal thuis bij Louis en Jeanneken, en het was pas bij het afscheid dat Louis met een Izenglimse glimlach zei: 'Oh ja, ik heb ook nog enkele gedichten van u gelezen. Ik zal die eens doorsturen naar vriend Willie, die zal wel weten wat ermee aan te vangen.' - En zo lag niemand minder dan Louis Paul Boon aan de basis van mijn eerste echte publicatie in een heus literair tijdschrift...
Nog geen tien dagen na onze ontmoeting schreef de dichter Willie Verhegghe Bij de dood van Louis Paul Boon: 'Mijn laatste contact met Louis is in feite tekenend voor de mens Boon: een paar dagen terug ontving ik van hem een kort briefje, gedateerd 1 mei 1979, waarin hij me vroeg of ik er niet voor kon zorgen om 'n paar gedichten van een jongeman uit zijn gemeente in een literair tijdschrift - waarvan ik redacteur ben - te plaatsen. De gedichten hadden hem, zoals hij schrijft, "persoonlijk zeer aangesproken", en hij geloofde dat er "veel goeds uit groeien zou". Of: de veel gelauwerde en bejubelde staatsprijswinnaar en nobelprijs-kandidaat die zich inzet voor een, laten we het in rennerstaal zeggen: "nieuweling" in het vak.'
2 opmerkingen:
Toen ik in 1970 aan de Academie in "'t Oud Hospitaal" in Aalst school liep, stapte Louis Paul Boon bijna elke dag op mijn trein. Ik stapte op in Ninove, hij in Erembodegem. Hij zei altijd vriendelijk goedendag en ging altijd schuins rechtover mij zitten. Zijn carnassière met Stella vergezelden hem onafscheidelijk. Soms kwam ik hem tegen in 't Pompierken of CSV 't Fabrieksken waar we met De pan een onderkomen vonden, samen met mijn vroegere lerares Lieve de Pelsmaeker, begenadigde keramiste die veel te vroeg overleed in Italië, haar man en één van mijn vrienden Bert Gijssels, vroeger bronsgieter op Pakeshof in Erembodegem. Magische momenten waren dat en mooie herinneringen uit mijn pril kunstenaarsbestaan. Daarom Louis, en zeker ook voor de initiatiefnemers van dit fantastisch evenement, een dikke proficiat met uw centennium.
mooi, en straf verhaal. Moet ik je daarom al 30 jaar of langer kennen om dat nu te lezen :-) ...
En zijn Kapellekensbaan is dichtbij in de fotomontage bij 't liedje ...
Een reactie posten