Het Lam Gods van Jan en Hubert Van Eyck, te bekijken
in de Sint Baafskathedraal te Gent, behoort tot de tien beroemdste schilderijen
ter wereld. Van die tien is het, samen met de Mona Lisa, ongetwijfeld
door de meeste raadsels omgeven. Het Lam Gods is een kerkelijk veelluik, ook
wel ‘retabel’ genoemd. Na heel wat turbulente avonturen verhuisde het in de
jaren tachtig van de vorige eeuw van zijn oude plek, de kleine Vijdkapel, naar
de grotere doopkapel, elders in de kathedraal. Wanneer de schilders met het
werk voor het retabel gestart zijn, weten we niet precies. Het enige dat we met
zekerheid kunnen stellen, is dat meester-schilder Jan van Eyck het veelluik
rond 1432 voltooide.
Het Concilie van Konstanz
In
het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw studeerde de Nederlander
Peter Voorn aan de Gentse Kunstacademie en bezocht hij het kunstwerk met enige
regelmaat. Daarbij vroeg hij zich ook af waarom er zoveel pausen op het
centrale paneel van het Lam Gods stonden. Pas in 1995 slaagde hij erin deze
vraag te beantwoorden, toen hij ontdekte dat dit paneel met het Concilie van
Konstanz te maken had.
Het
Concilie dat tussen 1414 en 1418 in het Duitse Konstanz werd georganiseerd op
initiatief van de Koning van het Heilige Roomse Rijk (Duitsland), Sigismund van
Luxemburg, moest een einde maken aan het kerkelijke schisma. Op dat ogenblik
waren er immers drie pausen: in Rome zetelde de oude Gregorius XI, in Avignon
Benedictus XIII en in Bologna Alexander V. Deze laatste was op het Concilie van
Pisa in 1409 verkozen en werd korte tijd later opgevolgd door Johannes XXIII,
die hem wellicht vergiftigde en later door de Kerk niet als paus werd erkend
vanwege zijn vele misdaden. De gelovigen wisten niet meer wie nu de ene ware
paus was die ze moesten volgen. Het Concilie van Konstanz zou die onzekerheid
uit de wereld helpen, en slaagde daar ook in: terwijl de ene paus in de
gevangenis belandde, de andere ‘vrijwillig’ terugtrad en de derde door zijn
stijfkoppigheid door niemand meer serieus werd genomen, kwam de weg voor nog
een andere paus wijdopen te liggen. De vijf naties die ook op het Concilie de
dienst uitmaakten, zouden deze nieuwe paus kiezen: de toenmalige bondgenoten
Bourgondië en Engeland, en Frankrijk, Duitsland, Italië en Spanje – naties die
toen anders waren samengesteld en functioneerden dan ze dat nu doen.
We
vinden deze vijf naties – waarbij Bourgondië en Engeland tot één natie worden
gerekend – ook terug op de onderste vijf panelen van het geopende retabel. Het
paneel van de Rechtvaardige Rechters staat voor Bourgondië en Engeland, het
paneel met de Ridders van Christus voor de Franse situatie, het Lam-paneel voor
de Duitse landen. Het paneel van de Heremieten verbeeldt de Italianen en de Pelgrims op het naar hen
genoemde paneel zijn op weg naar Spanje.
Op
11 november 1417 kozen de vijf naties Martinus V (Otto Colonna) tot de nieuwe
paus. Zowel zijn pauselijke als zijn wereldse naam vinden we terug op het
Lam-paneel, met de Domtoren van de Sint Maartenskerk van Utrecht en het
achtkantige waterbekken op de voorgrond – ‘otto’ is immers ‘acht’. De wereldse
achternaam van de paus, Colonna, betekent ‘zuil’ – en zuilen vinden we niet
alleen terug bij de engel die de geselzuil van Christus vasthoudt, maar ook aan
de buitenkant van het retabel. Naast Martinus V zijn ook de drie vorige (tegen)pausen
te zien op het Lam-paneel.
Behalve
de pausverkiezing kenmerkte het Concilie van Konstanz zich door enkele grote
processen. De twee belangrijkste worden uitgebreid behandeld op het Lam Gods.
Zo was er bijvoorbeeld het proces tegen de Boheemse hervormer Jan Hus. De man
was met een vrijgeleide aanwezig op het Concilie, maar werd op 6 juli 1415 toch
op de brandstapel gezet. Dit leidde tot bloedige oorlogen tussen Sigismund en
de ‘ketterse’ aanhangers van de hervormer. En dan was er nog het proces tegen
Jan Zonder Vrees (1371-1419), de hertog van Bourgondië, die zijn rivaal
Lodewijk van Orléans had laten vermoorden. Lodewijk was de broer van de Franse
koning Karel VI, en zijn vrouw was de Italiaanse en humanistisch geschoolde
Valentina Visconti, de zus van de hertog van Milaan. Ook dit proces werd op 6
juli 1415 op een dramatische wijze beslecht.
Al
sinds de veertiende eeuw werd de verscheurde en corrupte Roomse Kerk onder vuur
genomen door kunstenaars, intellectuelen en potsenmakers. In Engeland verscheen
aan het einde van de veertiende eeuw het wonderlijke droomgedicht The Vision concerning Piers the Plowman,
vol hatelijkheden tegen de bedelmonniken. Ook de Engelse hofdichter Chaucer
liet zich in zijn teksten kritisch uit over de kerk. Maar omstreeks 1400 sloeg
het politieke en geestelijke klimaat om en kon men niet meer vrijuit spreken. Kritische
pamfletten zoals Het vuil van de Roomse
curie verschenen anoniem, of misstanden werden op een cryptisch
versleutelde manier gehekeld. Het retabel van het Lam Gods dient eveneens in
deze context bekeken te worden, want het is een uiterst kritisch – versleuteld
– tijdsdocument.
De Geheimen van de Tarot
Een
kunstwerk als het Lam Gods laat zich niet snel doorgronden en al helemaal niet
in een oppervlakkige beschrijving. Om zijn bevindingen op hun juistheid te
toetsen, zag Peter Voorn zich genoodzaakt onderzoek te doen naar de
geschiedenis van het retabel, en de planten, mensen, gebouwen en teksten die
erop te zien waren. Welke verf hadden de kunstenaars gebruikt? Wat voor soort
compositie en ordening? Wie was Jan Van Eyck… of zijn met zoveel raadsels
omgeven vermeende broer Hubert?
Het
was Peter Voorn opgevallen dat heel wat details die te zien waren op het Lam
Gods en bepaalde namen van panelen feitelijk overeenkwamen met die van de
oudste Tarotkaarten, of de Grote Arcana. Het leek er zelfs op dat voor het
onderliggende grondplan van het Lam Gods vroege Tarotkaarten als uitgangspunt
waren gebruikt – een merkwaardige ontdekking, omdat speelkaarten ook in de
middeleeuwen als heidens beschouwd werden. Was het een toeval dat de Visconti
familie bekend stond als opdrachtgever voor het maken van de oudste Tarotkaarten
ter wereld? Hadden de Visconti’s ook iets te maken met het grondplan van het
Lam Gods? Moest het retabel beschouwd
worden als een groot kaartenhuis, waar de thema’s van de Tarot als een
‘geheime’ rode draad – ‘arcana’ betekent immers ‘geheim’ – doorheen liepen?
Om
deze en andere vragen te beantwoorden, diende elke paneel van het Lam Gods aan
een nauwkeurig en diepgaand onderzoek te worden onderworpen. Peter Voorn heeft
dit titanenwerk aangevat, en bijgevolg is Jeanne
d’Arc en de Ridders van Christus een analyse van het paneel de Ridders van
Christus, die vertrekt vanuit de
hoger beschreven premisses.
Allegorie
en cryptoportret
Omdat
het paneel de Ridders van Christus overeenkomt met de Franse natie moeten we
dit werk ook door een Franse bril bekijken. Alle belangrijke personages op het
Lam Gods, met uitzondering van de twee ‘stichterportretten’ aan de buitenkant,
zijn allegorische portretten van mensen die leefden in de periode 1400-1430. De
meeste personen zijn door de schilders evenwel ‘cryptisch versleuteld’. Het Lam
Gods is wat men in Duitsland een ‘krypto-gemälde’ noemt, een ‘cryptoportret’.
We zien dergelijke schilderkunstige versleutelingen ook terug bij Pieter
Breughel de Oude, in bijvoorbeeld het schilderij van de Nederlandse Spreekwoorden
(1559). Breughel vraagt de toeschouwer hoeveel geschilderde spreekwoorden hij
kan ontdekken. Het spel is tweeledig: het activeert en het onderwijst de kennis
van de toeschouwer.
Iedere
schilder heeft zo zijn eigen methoden om een personage cryptisch te penselen, en
wel op die manier dat een breed publiek, of een kring van een ingewijden, de
persoon toch kunnen identificeren. Voor de huidige toeschouwer zal dit altijd
een probleem stellen, omdat wij niet meer thuis zijn in de middeleeuwse geschiedenissen
en gebruiken. Stel dat ik Vincent Van Gogh cryptisch wil afbeelden tussen honderd
anderen. Hoe doe ik dat en hoe weet iemand binnen zeshonderd jaar dan dat het
hier om Van Gogh gaat? Ik kan Van Gogh schilderen met één oor, bij een prieel zonnebloemen,
aardappels etend. Of ik kan hem naast iemand plaatsen, die alle kenmerken heeft
van zijn vriend, de schilder Gauguin. Net als bij een kruiswoordpuzzel of
cryptogram moet de toeschouwer door het stellen van vragen, en door woord- of
beeldassociaties achter de identiteit van het personage komen.
De
schilders van het Lam Gods hebben deze methode toegepast bij de weergave van
hun personages. Het is nog steeds mogelijk veel van de cryptoportretten op het
retabel te ontrafelen aan de hand van de merkwaardigheden of door de plaatsing
van de geportretteerde. De personages op het paneel de Ridders van Christus
kunnen we bijvoorbeeld probleemloos situeren binnen de geschiedenis van de
eerste helft van de vijftiende eeuw en op die manier kunnen we de meesten onder
hen ook identificeren.
Hierbij
valt meteen op dat niets zonder reden werd geschilderd. Tientallen verhalen
lopen door elkaar, maar toch is alles duidelijk gerangschikt. Zangers,
Muzikanten, Heremieten, Pelgrims, Rechters zijn netjes en geordend bij elkaar
zijn gezet. Adam en Eva staan schijnbaar gescheiden, maar ook zij komen bij
elkaar als het Lam Gods zijn deuren sluit…
Jeanne d’Arc
Als
we tot de ‘inhoud’ van het schilderij willen doordringen, moeten we naast een
grondige beschrijving ervan de gebeurtenissen van die tijd leggen. Waarom werd
iets op die manier en op die plaats op het paneel geschilderd? Alleen zo kunnen
we de bedoelingen van de schilders ontrafelen.
Het
boek Jeanne d’Arc en de Ridders van
Christus schetst bijgevolg een beeld van het Franse hof in de periode
1380-1432. Het vertelt hoe Karel VI tot waanzin verviel, over het koningskind
Karel VII en de moord op Jan Zonder Vrees, over de Engelsen en de Fransen en
uiteraard ook over de figuur van Jeanne d’Arc en hoe zij gevangen werd genomen.
De
ridderorden en de cultus van de negen helden worden behandeld (‘van neghen den
besten’) – negen helden die we ook terugvinden op het bewuste paneel.
Vertrekkend van een beschrijving van het uiterlijk van Jeanne d’Arc, zoals we
dat in de bronnen aantreffen, kunnen we haar eveneens op het paneel situeren.
Peter Voorn vertelt het verhaal achter Sint Joris en waarom Jeanne op het
paneel de Ridders van Christus zijn attributen vast houdt, en hij gaat dieper
in op de tekst op Jeanne’s schild, de Antonisorde en het Taukruis.
Ook
Christine de Pizan is van de partij – het literaire talent, maar ook de
ridderlijke dame die zeshonderd jaar voor een man werd gehouden. Jean, ‘de
bastaard van Orléans’ wordt geïdentificeerd, en uiteraard vinden we hier alle andere
protagonisten terug: koning Sigismund, Lodewijk van Orléans, Jan Zonder Vrees,
Jan Hus,…
Jan Van Eyck en Jeanne d’Arc wil een (kunst)historische detective zijn, waarin we aan de hand van het paneel de Ridders van Christus en door de ogen van een kunstenaar een stukje geschiedenis (her)ontdekken… en een verhaal van intriges en gekonkel, moord en doodslag, overspel en waanzin beschrijven… Vzw de Scriptomanen verzorgde de uitgave als ebook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten