Gisteren was ik in Gent om een reeks lezingen te bespreken rond Een magisch-realist in Mysterieus België, het Boek der Synchroniciteiten. Ook interesse in een lezing met korting van Auteurslezingen.be? Geef me een seintje!
In de rand daarvan had ik een meeting met dr Sebastian Heine uit Bonn. Vandaag stuurde hij me deze foto, genomen op het Sint-Baafsplein. 'Het was een groot genoegen om je vandaag te ontmoeten, een man die een inspiratie voor me was als jongen.' Daarmee doelt Sebastian op een tv-documentaire die Roel Oostra in de vroege jaren 1990 maakte, en waarin mijn boek Mysteries van het Lam Gods destijds een centraal stond. 'Ik zal je boeken lezen en vragen stellen,' voegde Sebastian er nog aan toe. 'Wees gewaarschuwd!'
Ik had hem dan ook een dik pakket bezorgd waarin de thema's een rol spelen die ons allebei in hoge mate passioneren: de mysteries van het Lam Gods, de Graal (voor mij: die van Brugge) en de Tempeliers (voor mij: de Vlaamse). Het bloed van het lam, De paus van Satan, uiteraard ook een proefexemplaar van mijn nieuwe boek Een magisch-realist in Mysterieus België en zo nog een en ander.
Wil je er bij zijn op één van de boekvoorstellingen?
Stilaan raken ze volzet... Snel reserveren is dus de boodschap!
Het Mysterie van de Rechtvaardige Rechters blijft tot de verbeelding spreken... Deze zomer vroeg Antoine Derksen mij of ik zin had om mee te werken aan een documentaire podcast van 4 afleveringen, die hij wilde wijden aan het Vlaamse Monster van Loch Ness. En zodus...
In de nacht van 10 op 11 april 1934 gebeurde de beruchtste en meest mysterieuze kunstdiefstal uit de geschiedenis: het paneel De Rechtvaardige Rechters werd gestolen uit Het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck. In de eerste aflevering van deze vierdelige podcastreeks duikt Antoine Derksen meer dan tachtig jaar na de feiten in deze spannende zaak en staat "de opmaat" tot deze diefstal centraal. We maken kennis met de mysterieuze makers van het paneel en verbazen ons over de schijnbare eenvoud waarmee dit wereldberoemde werk gestolen kon worden.
Stemmen: Patrick Bernauw, Jonneke Adolfsen, Leo Versluys, Dirk Schorpion, Dirk van Nieuwenhuyze
Research en productie: Antoine Derksen Muziek: www.purple-planet.com (Paranoia - Desolation)
Het paneel de Rechtvaardige Rechters, in 1934 gestolen uit het Lam Gods en nog steeds spoorloos, is ondertussen uitgegroeid tot een heus Vlaams Monster van Loch Ness. Tal van amateur-detectives zijn nog steeds op zoek naar verklaringen en een mogelijke bergplaats. Dat leidt al eens tot een hype in de media, of de crash van een website.
Patrick Bernauw droeg de afgelopen kwarteeuw meer dan zijn steentje bij tot de mythe en publiceerde niet minder dan zes boeken over het onderwerp: een historische thriller, een jeugdroman, een fotoboek voor een stadsspel, een paar non-fictie werken…
Recent kwam hij erachter dat de bergplaats van het onschatbare paneel mogelijk niet in Gent moet worden gezocht, maar op of nabij de terreinen die vroeger tot de leerlooierij Schotte behoorden, langs de ook al mythische Kapellekensbaan.
Hij geeft nu een lezing over de Mysteries van het Lam Gods, die meteen de start wordt van een nieuwe zoektocht. Als jij dat wil, kun jij ook met je eigen detectiveteam mee gaan speuren! Een spannend detectivespel, gebaseerd op feiten… met als hoofdkwartier de Tafel van Elise! Zit er ook een Miss Marple of een Poirot in jou?
Deuren : 19u - Voorstelling : 19u30 - Inkom : 6 euro voor de lezing
Reserveren is noodzakelijk, er zijn nog slechts een paar plaatsen vrij.
Wie zich alvast wil inschrijven voor het detectivespel “De 7 Werken van Schotte”, betaalt 20 euro voor het crimineel dossier met alle info, dat vanaf 11 april 2019 ter beschikking zal zijn.
De lezing wordt ondersteund door het Vlaams Fonds voor de Letteren, het volledige project door de Erfgoedcel Denderland.
Op 10 juni 2016 werd in het Stedelijk Museum 't Gasthuys in Aalst het boek Berichten uit Utopia voorgesteld. Bij die gelegenheid gaf ik een korte lezing over mijn ervaringen met synchroniciteit, aan de hand van voorbeelden uit mijn literair parcours. Zo werd Mysteries van het Lam Gods geschreven met dank aan de vondst, in 1990, van Het geheim van de dubbele muur van Valère Depauw en was er het merkwaardige kasticket dat een rol speelde in De Hamer van Thor. Synchroniciteit speelde ook een belangrijke rol toen ik, voor de sport, aan 'channeling' ging doen en in 't Gasthuys en via blackout poetry de geesten probeerde op te roepen van Thomas More en Dirk Martens. Het resultaat van die experimenten, samen met een essay over stiftgedichten, verscheen in als Eutopia/Blackout.
De muziek is van Naami, een Variatie op Heer Halewijn.
Op 22 april en 27 mei hou ik een lezing voor Don Ki Chod vzw, Erembodegemstraat 8, Aalst (20 uur, 5 euro inkom en achteraf maken ze het gezellig, de drank ligt al koud)over twee van mijn geliefde thema's. Reserveren kan viaGSM +32 477561996 of de website van Don Ki Chod.
De Moord op Albert I (22 april)
In 1949 verklaarde Leonie Van den Dijck uit Onkerzele, een dorpje bij Geraardsbergen, dat haar lichaam na haar dood niet tot ontbinding zou overgaan. Eerder had de zieneres van Onkerzele al verschijningen van de Maagd Maria gehad, waren er om haar heen UFO-fenomenen opgetreden, en had ze onder andere voorspeld dat koning Albert vermoord zou worden. De officiële versie van de feiten met betrekking tot de dood van de Ridder-Koning, in februari 1934, in Marche-les-Dames, werd al van in het begin betwist. Een ongeval kan het onmogelijk geweest zijn. Werd Albert I dan het slachtoffer van een passioneel drama? Of van een politiek complot? Het spoor dat schrijver Patrick Bernauw volgde in zijn meest recente boek over de kwestie (“Het Illuminati Complot”) leidt naar de Rex-beweging van Léon Degrelle... Verwacht u niet aan een saaie lezing, maar eerder aan een passioneel vertelde historische thriller...
Waar zijn de Rechtvaardige Rechters gebleven?
Mysteries van het Lam Gods
Waarom werd het paneel de Rechtvaardige Rechters in 1934 gestolen uit de Sint-Baafskathedraal te Gent? Waarom wilden de nazi’s dit onderdeel van het Lam Gods, het meesterwerk van de gebroeders Van Eyck, zo graag terugvinden? Verbergt het nog steeds spoorloze paneel het geheim van de Tempeliers? En waar zouden we de Rechters dan wel kunnen vinden? Sinds Patrick Bernauw in 1991 de bestseller “Mysteries van het Lam Gods” schreef, heeft hij al diverse werken gewijd aan het Vlaamse “Monster van Loch Ness”, en hij is ook de auteur van een stadsspel/stadswandeling/fotozoektocht die de titel draagt “Waar zijn de Rechtvaardige Rechters gebleven?” Maar de zoektocht naar de spoorloze Rechters is nog lang niet ten einde... Verwacht u niet aan een saaie lezing, maar eerder aan een historische thriller, gebracht alsof het verteltheater was.
Patrick Bernauw is al sinds 1988 voltijds auteur, scenarist, regisseur en performer. Hij schreef romans, toneelstukken, radio- en televisiescenario’s, zowel voor volwassenen als voor de jeugd. Momenteel is hij vooral bezig met een reeks stadsspelen in de vorm van fotoboeken, getiteld “Mysterieus België”.
In juli 2015 was ik in Rennes-le-Château, het Zuidfranse dorpje dat door pastoor Bérenger Saunière wereldberoemd werd gemaakt. Ik bracht wat foto's mee en een stuk of wat bedenkingen. Over 'parallellismen' bijvoorbeeld.
Je kent het verhaal ongetwijfeld. Bérenger Saunière zou op het eind van de negentiende eeuw in zijn kerkje een schat ontdekt hebben van Visigoten, Katharen, Tempeliers... Of tenminste toch aanwijzingen die leidden naar een bergplaats. Al kan het ook een geheim geweest zijn met betrekking tot de Ark des Verbonds, de Graal, eventueel zelfs documenten met de stamboom of 'het Heilig Bloed' van de nakomelingen van Jezus Christus en Maria Magdalena.
Het verhaal werd door Baigent, Leigh & Lincoln in de vroege jaren 80 van de vorige eeuw het startpunt van een wereldwijde en controversiële non-fictie bestseller, Het Heilig Bloed en de Heilige Graal... Hun succes werd 20 jaar later door Dan Brown nog eens dunnetjes overgedaan met zijn historische thriller De Da Vinci Code.
Terribilis Est Locus Iste
Hoewel Bérenger Saunière wel degelijk iets heeft ontdekt en ongetwijfeld de mystieke en occulte kringen van zijn tijd frequenteerde, was hij ongetwijfeld ook een Meester van de Mystificatie en blijven zijn ultieme bedoelingen gehuld in mysterie. Zelf koester ik al een kwarteeuw de overtuiging dat hij deel uitmaakte van een netwerk, waarvan het hart zich niet in de Languedoc situeerde, maar een heel stuk noordelijker: in Brugge en Orval. Als Saunière, zoals beweerd wordt, te gast was in de occulte kringen van Parijs, dan kan hij niet anders dan daar kennis gemaakt hebben met de 'demonische' kapelaan van de Heilig Bloed Kapel van Brugge. Deze Louis Van Haecke werd door Joris-Karl Huysmans in zijn schandaalboek Là-Bas onsterfelijk gemaakt als de 'oppersatanist' chanoine Docre. Ik heb over deze mysterieuze geschiedenis van desinformatie en black propaganda geschreven in Het Bloed van het Lam en vooral ook, samen met de betreurde Philip Coppens, in De Paus van Satan.
Het Heilig Bloed werd door de Tempeliers van het eerste uur en de graaf van Vlaanderen, Diederik van den Elzas, naar Brugge gebracht. Zijn zoon Filips zou aan Chrétien de Troyes de stof leveren voor het eerste, onafgewerkt gebleven Graalverhaal. Een slordige 250 jaar later verwerkte Jan Van Eyck deze geheimen gecodeerd in de polyptiek van het Lam Gods, en nog eens vijf eeuwen later raakten de adepten van het nazi occultisme ook ten zeerste gefascineerd door het 'ketterse' kunstwerk.Het zijn elementen die door zowel de mainstream als 'alternatieve' fringe historici over het hoofd zijn gekeken, omdat zij de geschiedenis van de Graal of de Tempeliers vanuit een zeer eenzijdig Frans of Engels standpunt schrijven. Maar wie beide verhalen objectief bekijkt, zal moeten toegeven dat het verhaal van Louis Van Haecke veel beter gedocumenteerd is dan dat van Saunière... en dat zij onmiskenbaar een boel parallellen hebben, die we bezwaarlijk louter aan het toeval kunnen toeschrijven.
Een muurschildering in RLC die veel beter
Van Haecke als onderwerp zou gehad hebben.
Wie het kerkje van Saunière bezoekt, in Rennes-le-Château, zal bij de ingang verwelkomd worden door een knielende Satan ('Rex Mundi')... en vervolgens zal je blik vallen op een Ecce Agnus Dei. Of: Johannes de Doper die Jezus Christus voorstelt aan de wereld, met de woorden:'Ziehier het Lam Gods.'
We vinden zowel het Lam Gods als het mysterie van Rennes-le-Château terug in Satans Lied van Karl Hammer. Het boek pretendeert non-fictie te zijn en 'de jacht van de CIA op Jezus' te behandelen, maar is uiteindelijk zelf een zeer fictieve proeve van het het soort desinformatie en black propaganda waar het over handelt, en zelfs zijn titel aan ontleent. Helemaal op het eind vertelt de contactpersoon van Karl Hammer, ene Tom R., dat hij zijn mooiste tijd beleefde in het midden van de jaren '50, toen hij de Franse schrijver Gérard de Lieux ontmoette, die - met een knipoog naar de pauselijke zetel Santa Sede - het pseudoniem Gérard de Sède hanteerde:
Slechts af en toe vond ik een journalist die dan in de krant een artikel schreef over de pastoor die schatrijk was geworden door een verborgen schat. We overwogen daarom een boek te publiceren waarin we in geuren en kleuren over de verborgen schatten rond Rennes-le-Château schreven. Lastig was dan wel dat we een uitgeverij moesten benaderen en daarmee onvermijdelijk in de openbaarheid zouden treden. Liever had ik iemand die ik kon gebruiken als 'doorgeefluik'. Een van de krantenartikelen kwam terecht bij Gérard de Lieux. Hij zocht in die tijd nog zijn weg als schrijver en was natuurlijk, zoals alle aankomende schrijvers, op zoek naar een bestseller.Toen ik hem bij onze eerste ontmoeting aankeek, wist ik dat ik mijn doorgeefluik had gevonden.
Ons eigen manuscript verdween in een lade en we begonnen hem stap voor stap met informatie te voeden. Als een volgzaam lam brachten we hem binnen in onze omheining van bedrog en zijn publicaties werden letterlijk onbetaalbaar. Temeer omdat wij via hem in contact kwamen met BBC-schrijver en acteur Henry Soskin, die zijn naam wijzigde in Lincoln en volgens Gérard 'op zoek was naar materiaal om zijn carrière een beetje vaart te geven'. (...) Het zorgde voor een fascinerend schaakspel waarbij ik moest proberen om valse informatie te voeden, terwijl ik wist dat er in Engeland professionele producers en redacteuren de zaken evalueerden. (...) Als ik herkend werd door iemand van de BBC als de Hollander die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Londen had gewoond (diverse mensen van Bletchley Park waren bij de BBC terechtgekomen), dan was de ramp voor mij en Elfrie niet te overzien. Ik won het schaakspel.
En het was minder moeilijk dan ik dacht, want al te kritische vragen bleven achterwege. Niemand vroeg zich bijvoorbeeld af waarom de rijke priester toch arm gestorven was. Jarenlang groeide het labyrint en net als Otto Rahn en Antonin Gadal in hun tijd, deden we steeds nieuwe 'vondsten' die we meestal zelf hadden gefabriceerd. We verzonnen bijvoorbeeld lange lijsten met namen van historische schatbewakers die we door Gérard en Henry lieten ontdekken bij onze bibliothecaris in Parijs. Het was werkelijk onvoorstelbaar dat de mannen niet in de gaten hadden dat bijvoorbeeld Jean Cocteau, die we als grootmeester opvoerden, een notoire, homoseksuele opiumverslaafde was die meer tijd in afkickcentra doorbracht dan ergens anders.(...)
Helaas verloren we over de periode van enkele tientallen jaren de regie en begon het labyrint zich als een virus ongecontroleerd op te delen en te vermenigvuldigen. Niemand van ons had bij de aanvang rekening kunnen houden met de ontzaglijke wildgroei die ontstond door de nieuwe media van televisie, video, cd, dvd, en vooral internet. (...) Het werd tijd om barsten in de spiegels te gooien, dus misschien moest iemand van ons toch maar een eigen boek schrijven.
Voor wie er nog mocht aan twijfelen: de 'contactpersoon' van Karl Hammer heeft Baigent, Leigh & Lincoln dus de 'hoax' opgelepeld, die uiteindelijk tot De Da Vinci Code leidde. Het relaas van Tom R. wordt op geen enkel moment door Hammer gecheckt, is voor het grootste deel 'geleend' (zonder bronvermelding) en in zijn totaliteit compleet ongeloofwaardig, want in strijd met héél wat feiten. Toch wordt het door Hammer verkocht als een 'waargebeurd verhaal'. Hij hanteert in Satans Lied identiek dezelfde 'modus operandi' als zijn zegsman, de voormalig CIA-agent Tom R. - en Noël Corbu, Gerard de Sède en vooral Pierre Plantard en de 'Priorij van Sion', die aan de basis zouden liggen van Het Heilig Bloed en de Heilige Graal en de bibliotheken die in hun slipstream over dit onderwerp bij elkaar gepend werden.
Sint-Antonius van de Verloren Voorwerpen
Des te merkwaardiger is het, dat de twee heilige Antoniussen die we terugvinden in het kerkje van Rennes-le-Château, ook vertegenwoordigd zijn in Leven & Werk van Karl Hammer: Sint-Antonius van Padua, Patroon van de Verloren Voorwerpen, met de lelie als attribuut; en Sint-Antonius de Egyptenaar - ook wel de Heremiet genoemd -, herkenbaar aan attributen als het Tau Kruis of Antoniuskruis, de bel of het varkentje. (Met dank aan Ton Majoor - de beide Antoniussen worden nogal eens met elkaar verward). Een Antoniuskapel, al dan niet gewijd aan de Patroon van de Verloren Voorwerpen, speelt een vooraanstaande rol in het Mysterie van Mittenwald. En de Heilige Antonius van het Tau Kruis is niet weg te denken uit Satans Lied en uit de Mysteries van het Lam Gods.
Sint-Antonius de Heremiet (van het Tau Kruis)
Het tweede boek van Karl Hammer, De tranen van de wolf / Gezocht: codebrekers handelt aan de oppervlakte over de zoektocht naar een nazischat, op basis van een gecodeerde muziekpartituur, in het Beierse Mittenwald. Onder de oppervlakte is het echter om een queeste naar een nazi heiligdom te doen - de Irminsul, Yggdrasil, Levensboom -, en de daarmee samenhangende occulte initiatie. Met Philip Coppens heb ik het meer dan eens over het Enigma Karl Hammer gehad. Philip heeft de zelfverklaarde Ebioniet nog geïnterviewd over Satans Lied; Hammer droeg bij die gelegenheid heel opzichtig het Tau kruis. Het hanteren van een dubbelzinnige symboliek is een handelsmerk van Hammer: de Tau kan zowel voor de Egyptische Mysteriën staan, als voor Sint-Antonius de Egyptenaar, en is het teken van de Franciscanen maar wordt ook geassocieerd met de paganistische Irminsul én met de Hamer van Thor, die beide tot de verbeelding van de nazi's spraken.
Zelf heb ik altijd het gevoel gehad dat een aantal onderzoekers met betrekking tot de nazi schat van Mittenwald materiaal 'opgelepeld' kregen, op de manier zoals Tom R. te werk zou zijn gegaan met De Sède, Lincoln & Co. Dit gebeurde onder meer via merkwaardige lemma's of wijzigingen aan lemma's op Wikipedia, door vreemde discussies op bijvoorbeeld het Graham Hancock forum, of door het anonieme bezorgen van links die naar een Antoniuskapel zouden leiden. Het is uiteraard niet meer dan een indruk, maar de parallellen zijn nu eenmaal feiten. Zoals het ook een feit is dat Philip Coppens vier jaar na het interview van Hammer een ontdekking deed, waarvan hij noch ik toen konden vermoeden dat ze opnieuw een niet te miskennen parallel Rennes-le-Château/Mittenwald bevatte. In De Hamer van Thor en op www.rauna.euwordt reeds gemeld dat Ysa Pastora door het decoderen van de muziekpartituur naar de Irminsul van Mittenwald werd geleid, ook bekend als de Yggdrasil of de Levensboom. In een ebook dat Philip Coppens kort voor zijn dood publiceerde, wordt aangetoond dat Bérenger Saunière de verbouwingen aan de kerk van Rennes-le-Château, de aanleg van de tuin en de Tour Magdala op het grondplan van de Levensboom entte, zoals we die kennen uit de kabbala.
Na mijn terugkeer uit Rennes-le-Château bleek er een berichtje van de mama van Filip (die bijna uitsluitend in het Engels publiceerde als Philip Coppens) op mijn antwoordapparaat te staan. Het grootste deel van zijn nalatenschap was in de USA gebleven, bij zijn echtgenote, de schrijfster Kathleen McGowan. Philip woonde al sinds eind jaren negentig in Londen, daarna in Edinburgh, en de laatste - zeer gelukkige - jaren van zijn leven in Los Angeles. Maar hij had in zijn ouderlijk huis ook nog een bureau, en boeken, en archieven - waarvan het grootste deel in het Nederlands. Na ruggenspraak met Kathleen, vroeg de mama van Philip zich af of ik misschien geïnteresseerd was in die boeken, tijdschriften, mappen met notities, correspondentie. Het was een betekenisvolle coïncidentie zoals ik er zo veel heb meegemaakt, en nog meemaak. 'Natuurlijk wel!' zei ik dus.
Zicht op de tuin
Eén van de allereerste typoscripten en correspondenties die ik bekeek, had te maken met een andere oude bekende: Jos Bertaulet. En met zijn boek De verloren koning en de bronnen van de graallegende (1991), die ook een rol speelt in Satans Lied. Bertaulet is - samen met Klaas Van Urk - een van de weinige onderzoekers die op basis van een decodering iets zeer concreets hebben gevonden. In zijn geval betrof het een kelder in Notre Dame de Marceille, 'een geheim oord in de geschiedenis van Frankrijk'. Het leidde alvast tot dit, laten we zeggen, nogal 'impressionistisch' artikel. Maar het ziet er naar uit dat er nog heel wat stukken zullen volgen, die veel concreter zullen zijn.
Het overkomt mij voortdurend, zowel in mijn leven als in mijn werk: het verschijnsel dat door de Zwitserse psychiater Carl Gustav Jungsynchroniciteit wordt genoemd. Of ook wel betekenisvolle coïncidentie. Wikipedia definieert het begrip als:
een acausaal, verbindend beginsel, in 1930 geformuleerd door de Zwitserse psychiater en psycholoogCarl Gustav Jung. Van synchroniciteit is sprake wanneer twee of meer gebeurtenissen min of meer tegelijkertijd optreden in een voor de betrokkene zinvol verband, dat niet noodzakelijk als causaal wordt ervaren. Eenvoudig gezegd: je ervaart het als "meer dan gewoon toeval"; omdat de twee gebeurtenissen voor jou met elkaar te maken schijnen te hebben, maar niet zo dat het ene het andere heeft voortgebracht. Jung zag synchroniciteit als een ander verklaringsmodel dat naast causaliteit zijn plaats verdiende. Dit concept stelt de causaliteit zelf niet ter discussie noch wil het ermee concurreren. Het beweert slechts dat, net zoals gebeurtenissen kunnen gegroepeerd worden onder 'oorzaak', ze net zo goed kunnen worden gegroepeerd onder hun betekenis.
Ik kende het begrip al uit de boeken van Hubert Lampo die zijn magisch-realisme verklaarde en analyseerde aan de hand van de psychologie van Jung, de leer van het collectief onbewuste en de archeytpen. De schijnbaar 'wonderbaarlijke toevalligheden' uit zijn bekendste roman De komst van Joachim Stiller die ik las als puber, kwamen mij allerminst onbekend voor. In mijn eigen leven had ik er al mee te maken gekregen. Een verklaring zag ik er niet meteen voor... tot ik de boeken van Lampo begon te lezen, en zijn boeken over die boeken.
Maar ik zal het in dit artikel niet hebben over de betekenisvolle coïncidenties die zich voordoen in mijn persoonlijk leven, en mij beperken tot mijn eigen literair werk. Aan de basis van zowat alle boeken die belangrijk zijn geweest voor mijn ontwikkeling als schrijver ligt een betekenisvolle coïncidentie. Dat geldt voor Het Illuminati Complot met de ontdekking van het 'logboek' dat Gustaaf Schellinck bijhield over de zieneres van Onkerzele en haarzogenaamde visioen over 'de moord op Albert I'. Maar ook voor de manier waarop een boek van André Castelot uit de jaren '40 op mijn weg kwam, dat mij op het spoor zette van Nostradamus in Orval en uiteindelijk naar De Zaak Louis XVIIzou leiden.
Het sterkste geval van synchroniciteit, tot nu toe althans, deed zich voor in 1990, toen ik gefascineerd raakte door de geschiedenis van het paneel De Rechtvaardige Rechters dat in 1934 verdween uit Het Lam Gods. Ik wilde er een detectiveroman voor jongeren over schrijven en had het manuscript al helemaal klaar. Maar toen vond ik door een wonderbaarlijk toeval een dummy van Het Geheim van de Dubbele Muur, een detectiveroman uit de jaren '60 van Valère Depauw, over de Rechtvaardige Rechters, die een meisje van een jaar of achttien als dagboek had gebruikt...
Het maakte dat ik mijn hele research overdeed en ging focussen op een aantal schijnbare toevalligheden en onverklaarbare feiten in de geschiedenis van Het Lam Gods, maar ook op de mogelijke occulte en ketterse achtergronden van het altaarstuk. Dat onderzoek resulteerde een jaar later in een soort 'roman-essay' Mysteries van het Lam Gods.Via The Holy Blood & the Holy Grail van Baigent, Leigh & Lincoln belandde ik binnen de kortste keren bij katharen, Tempeliers, Ahnenerbe, Otto Rahn, het nazi occultisme en uiteindelijk in boeken als Het Bloed van het Lam en De Paus van Satan ook bij het Heilig Bloed van Brugge. Want ziedaar, met zijn Hemelse Jeruzalemkerk: de enige echte stad van de Graal. (Er is met Louis Van Haecke trouwens een priester actief geweest die model had kunnen staan voor Bérenger Saunière van Rennes-le-Château.)
De Jeruzalemkerk in Brugge
En nu is het opnieuw van dattum. Ene Ysa Pastora - van wie ik alleen weet dat ze een jongedame van nog geen dertig lijkt en spreekt met een charmant (Slavisch?) accent - bezorgt mij informatie met betrekking tot de mysteries rond een nazi schat. Ik weet zo ongeveer waar ze naartoe wil, maar niet waar ze precies zal eindigen, en nogal wat tussenstations blijven in duisternis gehuld. Bovendien slaat ze al eens onverwachte zijpaden in en blijkt ze er op zijn minst toch wel énkele medewerk(st)ers op na te houden. Enfin, zo blijft het ook voor mij spannend. Maar anderzijds is het natuurlijk best wel frustrerend. Ik probeer méé te denken; doorgaans is ze me telkens één stap voor. Nu goed, eerst werk ik De Hamer van Thor af - als alles volgens plan verloopt, verschijnt dat eerste boek uit een reeks van vier in juni. En het volgende boek zal over de geheimen van de runen gaan, dat staat ook al vast.
Het is woensdag - aka De Dag van Wodan - 29 april 2015 en ik loop na te denken over de post waarvan Ysa wil dat ze op donderdag - akaDe Dag van Thor - verschijnt. Plotseling heeft ze het zeer uitdrukkelijk over getallensymboliek, numerologie en dat soort dingen. Het is een thema waar ik weinig of niets van afweet. Als het over (neo) nazi getallensymboliek gaat, weet ik dat het cijfer 18 staat voor Adolf Hitler (A = letter 1, H = letter 8 in het alfabet). En dat je op die manier met het cijfer 88 in geheimtaal Heil Hitler kunt zeggen. Maar dat is het zo ongeveer. En ik begrijp niet meteen hoe deze getallensymboliek van belang zou kunnen worden in het verhaal over de nazi schat. In De Hamer van Thor speelt het thema alleszins geen rol, en voor het tweede boek over de runen en het nazi occultisme zie ik vooralsnog geen verband.
Het is woensdag, wat betekent dat ik vanaf 17.30 in CC De Werf van Aalst een hele avond les geef, literaire creatie. Maar voor ik eraan begin, loop ik nog De Slegte binnen... misschien vind ik er wel wat interessante boeken over de onderwerpen die mij de jongste maanden bezighouden. En inderdaad: ik verzamel er een Complete gids runen van Nigel Pennick, een boekje van Cassandra Eason in de reeks Spirituele Raadgever ('Leer de runen lezen en ontwikkel uw vrouwelijke intuïtie en wijsheid!') en Runen, het eeuwige orakel van Renée Maas. Samen 20 euro rond, zoals je op het kassaticket kunt zien. Ik stop dat kassaticket in de zak van mijn jeansjas en loop naar buiten; het is al 17:17 uur geworden, op vijf minuten ben ik in De Werf - net op tijd dus.
Ik vergeet het kassaticketje. Tot gisteren, vrijdag 1 mei 2015. Tot ik ga wandelen, dat jeansjasje weer aantrek en zo ongeveer halverwege mijn handen in de zakken van mijn jeansjasje stop, en een papiertje vind. Ik kijk er even naar... ah,het kassaticketje van De Slegte! En dadelijk valt mijn oog op het bedrag exclusief BTW... 18,88 euro.
Wedden dat de nazi getallensymboliek vroeg of laat belangrijk wordt in dit verhaal? Voor wie er meer wil over weten, hier vind je drie relevante links:
De gedreven onderzoeker Huub Kampen heeft achterhaald dat Ysa Pastora samenwerkt met Jan Lavrijsen en Anita Hart...
Et alors?
Ysa Pastora heeft mij begin dit jaar gecontacteerd met de uitdrukkelijke vraag of ik bereid was haar overduidelijke pseudoniem te respecteren. Ze heeft namelijk een aantal goede redenen om te opereren onder een schuilnaam. Ik heb haar wens inderdaad gerespecteerd. Als dat mij voor de heer Kampen tot een oplichter maakt, so be it. Het is nochtans een courante praktijk in de onderzoeksjournalistiek dat de identiteit van een informant ten allen prijze geheim wordt gehouden, als deze die wens uitdrukt. Mijn houding is dan ook volstrekt moreel verdedigbaar, en ik zal in de toekomst alles in het werk blijven stellen om de identiteit van mijn informante - die overigens nog steeds niet gekend is door mij - te beschermen.
Ik van mijn kant heb Ysa Pastora begin dit jaar meegedeeld dat ik best bereid was een boek of vier te schrijven met de informatie die zij me zou bezorgen, maar dat ik geen zin/tijd had in onderzoek te velde en nog minder in samenwerking met andere onderzoekers. Ysa dacht immers aan het opstarten van een collectief. Ik heb in het verleden nare ervaringen gehad met dit soort collectieven: voor je het weet, raak je verzeild in oeverloze discussies, eindeloze parallelle correspondenties en allerlei onverkwikkelijke intriges en manipulaties (lees er De Slinger van Foucault maar eens op na). Of je ziet enkele jaren later de resultaten van jouw onderzoek, zonder bronvermelding, verschijnen in het boek van een ander. Met andere woorden: ik had niet de minste zin in het gedoe dat ik nu op mijn bord krijg, en ik heb dat herhaaldelijk laten weten aan een paar onderzoekers die mij contacteerden. En o ja, ik ben heel erg allergisch aan het stelen van andermans werk, omdat ik in het verleden zelf heel erg grondig werd bestolen (*).
Ysa heeft op haar beurt mijn vraag gerespecteerd en mij niet betrokken in mogelijke samenwerking(en) met andere onderzoek(st)ers. Mijn werk en verantwoordelijkheden heb ik zelf strikt afgebakend: ik zou een reeks van 4 boeken schrijven op basis van het materiaal dat Ysa mij bezorgde, en hieromtrent alleen met haar communiceren. En ik zou die boeken uitgeven met mijn eigen uitgeverij vzw de Scriptomanen. Los daarvan zou ik een website opzetten, www.rauna.eu waarmee we publiciteit wilden genereren voor de 4 boeken.
Zo werd het afgesproken in januari 2015, en aan die afspraak heb ik mij gehouden - ook uit noodzaak en zelfbescherming. Ik ben professioneel auteur en uitgever en tot dusver brengt het Rauna Project geen brood op de plank. Ik geef per week 5 uur les literaire creatie, aan de Academie voor Podiumkunsten van Aalst; ik moet een cursus 'Scenario Schrijven' klaar krijgen in opdracht van een avondschool (deadline: eind mei); ik heb een uitgeverij te runnen (twee boeken voorgesteld in de maand april); ik organiseer al eens een teambuilding stadsspel (volgende week een detectivewandeling in Gent rond de Rechtvaardige Rechters); ik geef lezingen... Ik heb heus geen tijd om mij te verdiepen in thema's die mij niet interesseren in het kader van het boek dat ik momenteel schrijf (De Hamer van Thor) zoals de ware identiteit van Ysa Pastora (die ik niet eens wil kennen) of de personen met wie ze al dan niet samenwerkt. Het interesseert mij geen bal, geen moer, geen fluit.
Een Facebook Pagina is een noodzakelijk kwaad, dezer dagen. Je hebt het nodig voor de promotie, maar je stopt er al gauw meer tijd en energie in dan je lief is. Ik heb de kelk van Facebook aan mij laten passeren. Oké, ik heb wat vriendjesverzoeken vanuit mijn persoonlijke FB pagina naar de Pastora Community Page gedaan, ik heb bij elke nieuwe post op de website Rauna een link geplaatst op de FB Pagina van Pastora (én op een aantal andere FB pagina's, zoals o.a. de Boonapartival Pagina van vzw de Scriptomanen), en heel af en toe heb ik gereageerd op een berichtje van derden. And that's it, folks. Ik heb de Facebook Pagina van Pastora niet opgezet, heb uiteraard gezien dat 'Pastora' al eens reageerde, vond het best wel grappig (goed geschreven, gevoel voor humor), ben zelf een speelvogel eersteklas, vind dat allemaal zeer amusant... maar doe er nauwelijks of niet aan mee, omdat ik, soms tot mijn spijt, domweg geen tijd heb.
Blijken daar nu Jan Lavrijsen en/of Anita Hart of T'Hart of Nanny of voor mijn part nog een hele hoop andere lui achter te zitten... Welja, so what? Ook dit interesseert mij in wezen geen bal, geen moer & geen fluit.
Wat de beschuldigingen betreft als zou 'Ysa Pastora' een constructie zijn die is opgezet om het werk van anderen te stelen, kan ik alleen een diepe, diepe zucht slaken. De hele Hamer van Thor die op dit moment voor zowat 90% klaar is in eerste versie komt in feite neer op een deconstructie van het 'onderzoek' dat Hammer gedaan heeft, én van alle onderzoekers die voortbouwen op de fictie die Hammer en/of Schulz en/of dames en heren achter de schermen, al of niet opererend onder pseudoniem, gecreëerd hebben. Zowat het enige authentieke en geloofwaardige in het hele boek De tranen van de wolf/Codebrekers is de gecodeerde partituur: het hele verhaal errond, opgehangen door Hammer en/of Schulz, bestaat uit... Nibelungen?
Iedere post op Rauna, zoals ook ieder hoofdstuk in het boek, pakt een bepaald thema of piste aan en zegt dan waarom het niét zo kan zijn. Het Punt waar we in het vierde boek zullen toe komen, is met andere woorden geen van de op dit moment bekende locaties. In de volgende donderdagse post op Rauna zal ik bijgevolg uit de doeken doen waarom Ysa Pastora niet gelooft dat de nazi schat nog in de Antoniuskapelle of het Tonihof te vinden is: ten eerste, omdat ze een ander Punt gevonden heeft (& wil maken); ten tweede, omdat Karl Hammer zelf té goed zijn best heeft gedaan om onderzoekers naar dit dwaalspoor te sturen. Misschien moeten al de huilende wolven van de Buckelwiesen zich maar eens afvragen waar je nog Edelweiss vindt (mijn Edelweiss-post op Rauna eindigt ermee), maar vooral wanneer en waarom Hammer twee geboortedata heeft gekregen (1959 en 1969) en waarom hij zo uitdrukkelijk poseert met het Tau Kruis, ook bekend als Antoniuskruis. Het is meteen de reden waarom Ysa al van in het prille begin als 'avatar' een personage heeft gekozen dat nu eens in verband wordt gebracht met Jeanne d'Arc (door Peter Voorn), dan weer met een Ridder van Saint-Antoine en Barbefosse. Het personage figureert op het paneel Milites Christi van het Lam Gods, en wordt tevens geassocieerd met de Graal en de Tempeliers. Ook hiervoor verwijs ik naar mijn posts op deze site met betrekking tot Satans Lied, het werk van Peter Voorn, Stichting Topcrew, en de (*). En naar eigen boeken, zoals Het Bloed van het Lam of De Mythe van de Rechtvaardige Rechters.
(*) Ik spreek uit ervaring met o.a. mijn onderzoek naar de mysteries van het Lam Gods, of het daarmee samenhangende collectief dat begin jaren '90 gevormd werd rond het werk van Jos Bertaulet, De verloren koning en de bronnen van de Graallegende. Zie mijn posts op deze site over Satans Lied, heruitgegeven als De grootste kunstroof uit de geschiedenis, het geheim van de verdwenen Rechters.
(Het verhaal van Jos Bertaulet, die - tussen haakjes - eveneens opereerde onder een schuilnaam, zal ik bij gelegenheid ook nog eens vertellen. Onder zijn ware naam deelde hij mij - en wellicht een paar andere onderzoekers uit het collectief - nadere bijzonderheden en details mee over zijn opzienbarende ontdekking van een heiligdom in het Zuidfranse Notre-Dame de Marceille, waar wij een radioreportage hebben gemaakt en ook een filmploeg naartoe hebben gestuurd. Je mag twee keer raden in welk boek, uiteraard zonder bronvermelding, ook deze unieke plaats weer een prominente rol kreeg toebedeeld. Hier kom je er alvast meer over te weten.)
Waarom werd het paneel van de Rechtvaardige Rechters in 1934 gestolen uit de Sint-Baafskathedraal van Gent? Waarom wilden de nazi's dit onderdeel van het Lam Gods, het meesterwerk van de gebroeders Van Eyck, zo graag terug? Verbergt het nog steeds spoorloze paneel het geheim van de Tempeliers? En waar zouden we de Rechters dan wel kunnen vinden? Sinds Patrick Bernauw in 1991 de speurtocht nieuw leven inblies met Mysteries van het Lam Gods, heeft hij al diverse werken gewijd aan "het Vlaamse Monster van Loch Ness". Verwacht u niet aan een saaie lezing, maar eerder aan een historische thriller, gebracht alsof het verteltheater was.
Deze vertelling maakt overigens deel uit van het Festival "Duivelskunstenaars" van de Theater- en Filmschool Stijn Brouns en wordt ondersteund door het Vlaams Fonds voor de Letteren.
In 1991 was Patrick Bernauw met zijn "faction essay" Mysteries van het Lam Gods verantwoordelijk voor een opleving van de interesse voor de "kunstroof van de eeuw": de diefstal van het paneel de Rechtvaardige Rechters uit het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck. In 1995 wijdde hij een tweede boek aan het onderwerp, waarin hij tot de conclusie kwam dat roof én bergplaats van het schilderij in de loop der jaren zijn uitgegroeid tot een stevige mythe, zowat de Vlaamse variante van het Monster van Loch Ness. Nauwelijks was het boek verschenen of de uitgeverij ging failliet. Eindelijk is De Mythe van de Rechtvaardige Rechtersnu weer beschikbaar: een verslag van de naakte feiten en de kleurrijke personages die de mythe vorm hebben gegeven, maar ook van de eigen ervaringen en avonturen van de auteur tijdens zijn speurtocht. Een nu eens intrigerend, dan weer bijzonder spannend en bijwijlen zelfs hilarisch relaas.
Het VRT-Journaal opende gisteravond met een "scoop" van jewelste, waaraan zomaar eventjes 12 minuten besteed werden: de Rechtvaardige Rechters zijn terug, jippie-ja-hé jippie-ja-ho! De historicus en NVA-politicus Paul De Ridder had namelijk gemeld dat het paneel bewaard wordt door 'een vooraanstaande Gentse familie'. Alleen ontkent het parket formeel dat men een stap dichter is gekomen bij het terugvinden van het in 1934 gestolen kunstwerk, laat staan bij een oplossing van "het Mysterie van het Lam Gods". Dit wordt er overigens met deze nieuwe, onmogelijk rationeel te bevatten ontwikkeling, alleen maar groter op. Tenzij men daar bij de VRT op 28 maart per ongeluk de aprilvis van 2014 heeft uitgezonden, natuurlijk. Hoe dan ook, dat hier een nieuw hoofdstuk werd geschreven in deze schaapachtige Goddelijke Komedie is nu wel een feit.
Paul De Ridder, historicus van de Koninklijke Bibliotheek en Brussels parlementslid, bevestigde aan de VRT-nieuwsredactie dat de Rechtvaardige Rechters anderhalf jaar geleden in het bezit is gekomen van deze familie, als gevolg van een erfenis. De hoeders van de Rechtvaardige Rechters durfden er blijkbaar, evenmin als deze erfgenamen, niet mee naar buiten te komen uit vrees voor een schandaal. Zelf had De Ridder zijn informatie van de vorige jaar overleden Robert Senelle, bekend grondwetsexpert met een eigenzinnige kijk op het koningshuis. Van hem is de uitspraak bekend dat hij overal een overtuigd republikein is, behalve in België, dat "niet kan leven zonder monarchie". Senelle droomde ervan de zaak op te lossen en zou met zijn eigen ogen geconstateerd hebben dat het paneel nog in goede staat verkeerde. Hij vertrouwde De Ridder twaalf jaar geleden al de naam van de familie toe; beiden hoopten de zaak in der minne te kunnen regelen, zonder daarbij de anonimiteit van de "helers" prijs te geven, die overigens niets te maken zouden hebben met de eigenlijke diefstal. Omdat er maar geen schot in de zaak komt, zou De Ridder nu met zijn onthulling enige druk willen zetten op de familie.
Het Gentse parket bevestigde ondertussen dat in het najaar van 2013 een gerechtelijk onderzoek werd geopend, waarbij men verscheidene mensen verhoorde. Maar niemand werd in verdenking gesteld en er zijn ook geen concrete aanwijzingen voor de "whereabouts" van de Rechtvaardige Rechters gedurende de afgelopen 80 jaar. In Terzake deed de Gentse bisschop Van Looy ondertussen ook een merkwaardige oproep "aan wie kan helpen" om "zijn verantwoordelijkheid op te nemen" en de "integraliteit van het schilderij te herstellen". Hij doet dit niet vanuit een artistieke, kunsthistorische of zelfs financiële motivatie, maar in een puur religieuze en ronduit mystieke context, om de "liturgische functie" van het Lam Gods te herstellen. Met andere woorden, op de vooravond van de tachtigste verjaardag van de diefstal (de nacht van 10 op 11 april) en van Pasen (20 april), waarop de Verrijzenis van Christus wordt herdacht, richt hij zich zeer specifiek tot personen van wie hij aanneemt dat ze gevoelig zijn voor een vrij katholiek-fundamentalistische boodschap.
Op de website van DeRedactie.be stelt Kristien Bonneure de vraag waarom het paneel destijds werd gestolen:
In het verleden circuleerden al geruchten over Gentse christendemocratische families, zoals Van Cauwelaert en De Schryver, die met de diefstal te maken zouden hebben. Maar dat is nooit hard gemaakt.
Eén theorie over de diefstal gaat terug tot de economische crisis van de jaren dertig. Toen ging in ons land een aantal banken over de kop. Ook de Bank-Unie, een bankengroep waar veel katholieke families hun kapitaal in hadden gestoken, zat in zware moeilijkheden. Om het bisdom Gent te dwingen mee te betalen voor de redding van de bank, zou een familie de opdracht hebben gegeven om twee delen van "Het Lam Gods" te stelen. Afpersing dus.
Na de teruggave van Johannes de Doper was de onderhandeling over losgeld mislukt. Het schilderij "De rechtvaardige rechters" zou daarna als pand in bewaring zijn genomen door een andere Gentse familie, die vermoedelijk ook geld had voorgeschoten. Enkele erfgenamen zouden nog op de hoogte zijn, maar de lippen stijf op elkaar houden, uit vrees voor een schandaal.
DUA-brief voor de bisschop
Keren we terug naar deze piste, dan gaat het echt wel om oude wijn in oude zakken. In september 2012 berichtte Marc Reynebeau in De Standaard over gebeurtenissen die zich in 2011 en in het voorjaar van 2012 hadden voorgedaan:
Een hoogbejaarde tussenpersoon klopte vorig jaar aan bij het bisdom Gent. Hij stelde te zijn uitgestuurd door een familie die het verdwenen paneel in een nalatenschap had aangetroffen. De familie wilde daar op een zo discreet mogelijke manier van af raken en het anoniem retourneren. 'Hou u klaar,’ was de boodschap. En het zou vooral snel gaan: binnen de maand keerde het paneel terug.
Maar er gebeurde niets. Tot een wat minder bejaarde boodschapper zich aandiende met het verhaal dat de familie verdeeld was geraakt: het ene part wilde het paneel nog steeds teruggeven, het andere deel "vreesde dat de politie de bergplaats toch nog zou kunnen traceren, waardoor de familie alsnog in opspraak zou komen - en dat moest worden vermeden". Beide boodschappers lieten de naam van August De Schryver vallen, die al veel eerder was genoemd in deze zaak. De erfgenamen van wijlen minister De Schryver 'reageren half verbaasd, half geamuseerd (...) en ook wel wat geërgerd. Want ze hebben wel vaker gehoord dat het gestolen paneel in hun familie is verzeild. Intussen blijft de bisschop nog steeds wachten op een telefoontje."
In het VRT-journaal hoedde Siel Van Der Donckt er zich wel voor kritische kanttekeningen te plaatsen bij een dossier dat ze toch al een tijdje volgt, in Terzake hield Annelies Beck zich al evenzeer op de vlakte. Zo is het volstrekt onbegrijpelijk dat de zeer gerespecteerde familie, ongetwijfeld van (fundamentalistisch?-)katholieke signatuur, op een tot dusver compleet onopgehelderde wijze in het bezit gekomen van het paneel, er in die tachtig jaar niet toe gebracht kon worden de Rechtvaardige Rechters anoniem terug te geven. Een restitutie waarbij geen namen hoefden te vallen, zodat er ook geen schandalen hoefden los te breken, was al meteen na de biecht van Arsène Goedertier aan vriend en partijgenoot Georges De Vos aan de orde geweest. In 2012 heeft dezelfde bisschop Van Looy, die nu nog een oproep met mystieke motivatie lanceert, al heel duidelijk gesteld dat er een eenvoudige en waterdichte procedure kon worden afgesproken, en hij heeft er zelfs een concreet voorstel in die zin aan toegevoegd. Ik kan mij bijgevolg niet van de indruk ontdoen dat hier een drogreden wordt gehanteerd, en dat men vooral de ware motieven en opdrachtgevers van de roof, en de daarmee samenhangende Tachtigjarige Heling, buiten beeld probeert te houden.
In dat verband lijkt de timing van een en ander mij ook niet onbelangrijk. Nu bijna een jaar geleden werd ik gecontacteerd door Chris Noppe, met de vraag of ik redactionele ondersteuning kon bieden aan een nieuw boek over onder meer het mysterie van de Rechtvaardige Rechters, waaraan hij nu al enkele jaren werkte. Hij borduurde daarbij verder op zijn in 2001 in boekvorm verschenen onderzoek Het geheim van de Rechtvaardige Rechters: een koningsgeschenk (Houtekiet), waarbij de graftombe van Albert I werd aangewezen als de bergplaats. De nieuwe ontdekkingen die Noppe sindsdien heeft gedaan, sluiten op een wel zeer merkwaardige manier aan bij het grote schandaal dat een bijzonder gerespecteerde, katholiek-fundamentalistische familie doet terugschrikken voor restitutie. Of beter: ze plaatsen dat op het eerste gezicht ongeloofwaardige verhaal in een plotseling geloofwaardige context.
Op 17 maart heb ik het Voorwoord van het boek De Openbaring van Arsène Goedertier gepubliceerd op de gelijknamige website. Het boek verschijnt in het najaar, er wordt nog volop aan gewerkt. Op 28 maart brengt het VRT-Journaal een non-scoop van jewelste, met medewerking van Paul De Ridder en bisschop Van Looy, en laat uitschijnen dat het mysterie nu zo goed als opgelost is - wat door het parket prompt wordt ontkend. Wie het onderzoek van Noppe enigszins gevolgd heeft, kan zich anderzijds wel een idee vormen welke richting het uitgaat...
Maar waarom zou een lid van de koninklijke familie bijvoorbeeld het paneel dan niet even goed al tachtig jaar lang anoniem teruggegeven kunnen hebben?
Tsja... Misschien omdat zulks alleen mogelijk zou zijn door een nog groter schandaal aan het licht te brengen?