Posts tonen met het label Guy Didelez. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Guy Didelez. Alle posts tonen

8.5.24

Molokai, een theatershow naar de romantrilogie van Guy Didelez

 



Het was geen gemakkelijke opdracht... hoe bewerk je de romantrilogie Molokaï van Guy Didelez tot een toneelstuk dat voornamelijk mikt op jongeren, van maximum één uur, geschikt om rond te reizen en ook in niet-theaterzalen gespeeld te worden, en zonder de boeken van Guy al te zeer geweld aan te doen? De boeken zijn geschreven in een wervelende mix van geschiedenis, actie en romantiek... in het kader van de strijd tegen lepra. Doelgroep is 'young adult', adolescenten... maar volwassenen zullen er evenzeer van genieten. De reeks laat de lezer kennismaken met de toestand op Molokaï ten tijde van 'de vreemde witte man' pater Damiaan, maar verteld vanuit het perspectief van de toenmalige bewoners van het eiland.  

Ik had één groot voordeel: de rolverdeling lag al vast nog voor ik begon te schrijven. Zo kon ik het script specifiek naar Thomas De Wit en Stefanie Moens toe schrijven. Het was onmogelijk alle verhaallijnen van de drie boeken aan bod te laten komen. Ik besloot mijn toneelverhaal op te hangen aan de persoon van Thomas en Stefanie zelf, die niet één personage zouden spelen, maar gewoon zichzelf... een acteur en een actrice. Op die manier konden zij tegelijk ook makkelijk in de huid kruipen van een hele reeks personages: zet je een ander hoedje op, dan word je iemand anders - zo eenvoudig kan theater zijn.

Op een rommelmarkt vinden ze een doos met een aantal objecten – een schaal waaruit werd gegeten, een zelfgemaakt muziekinstrument,… En een aantal oude foto’s en brieven. Blijkbaar zijn die afkomstig van ‘Beeldschoon & Lieveling’ - de hoofdpersonages in de trilogie van Guy - en zijn ze via Damiaan en/of een (fictieve) Vlaamse tussenpersoon in Vlaanderen verzeild geraakt.

Via deze objecten, foto’s en brieven wordt het verhaal van ‘Beeldschoon & Lieveling’ verteld, zoals dat ook in de boeken aan bod komt. Uiteraard is het geen afgerond verhaal: Thomas en Stefanie moeten de geschiedenis spelenderwijs reconstrueren, zullen blinde vlekken invullen met hun verbeelding, hebben zelf wat onderzoek gedaan, reflecteren over (het verschil tussen) vroeger en nu. Het geeft ons de gelegenheid zeer expliciet vanuit het ‘nu’ een historisch verhaal te vertellen, dat de vorm heeft van een collage en inhoudelijk een docudrama is – maar in de flitsende en fragmentarische (vormen)taal van de hedendaagse jongeren, zoals ze die kennen van de sociale media, en zoals die ook toegepast wordt in ‘digital storytelling’. Want de beide acteurs die het verhaal vertellen, beschikken over alle moderne middelen om dat tot leven te wekken. Zo kan bijvoorbeeld ook ‘Het lied van de weesjongens’ in de voorstelling gebracht worden.

Het ‘romantische’ verhaal van ‘Beeldschoon & Lieveling’ – dat eindigt met een huwelijk, maar uiteraard niet tot een suikerzoet happy end kan leiden – vormt in deze voorstelling een kapstok, waaraan we een bredere thematiek ophangen: die van lepra, van Molokai, van de figuur van Damiaan... Het was alweer een hele tijd geleden dat ik nog een echt toneelstuk had geschreven, maar ik heb er enorm van genoten. En ondertussen is de tournee van Pacoproducties al van start gegaan; je kunt zelf altijd  een kijkje komen nemen op een (school)voorstelling, of er rechtstreeks één boeken bij:

Blauwe steenstraat 19

9200 Dendermonde

052/46 46 19

0474/572 574

stefanie@pacoproducties.be


Molokaï is een toneelstuk voor jongeren van 12 tot 112 jaar gebaseerd op de gelijknamige boeken-trilogie van Guy Didelez (2021-2023, Pelckmans). Scenario: Patrick Bernauw. Productie: Paco Producties. Spel: Thomas De Wit, Stefanie Moens.


Enkele foto's van de avant-première:


Thomas & Stefanie in actie




Enige toelichting van de toneelschrijver bij het toneel.


Enige toelichting van de boekenschrijver bij de boeken.








26.1.24

Er was eens... de Schat van Orval


Er zijn zo van die momenten waar je als schrijver een beetje melancholisch van wordt. Zonet bericht gekregen dat het jeugdboek De Schat van Orval, geschreven samen met mijn literaire spitsbroeder Guy Didelez, 32 jaar en minstens 8 drukken na de oorspronkelijke publicatie, uit de handel wordt gehaald.

De Schat van Orval was mijn vierde jeugdroman, en het eerste boek dat ik schreef samen met Guy. De lange geschiedenis van De Schat van Orval begon als een experiment voor het tienermagazine TOP van Altiora, Averbode. Bij de uitgeverij was Majo De Saedeleer op zoek naar een 'meerkeuzeboek', waarin je na elk hoofdstuk kon kiezen waar je verder wilde lezen. Als 'broodschrijver' was ik een vaste klant bij TOP Magazine, en een nog vastere bij de Vlaamse Filmpjes die bij dezelfde uitgeverij verschenen. Ik zou er uiteindelijk een vijftigtal schrijven; in 1987 won ik een eerste keer de John Flandersprijs voor Vlaamse Filmpjes, in 1992 een tweede keer. Guy had op dat moment al de zeer succesvolle jeugdroman Raspoetin gepubliceerd en nadat we uiterst prettig hadden samengewerkt rond onder meer hoorspelen voor vrije radio's, wilden we wel eens proberen samen een jeugdboek te schrijven. Majo zag zo'n schrijversduo ook wel zitten, en ziedaar... 

Ik herinner mij nog met veel genoegen een legendarische expeditie naar Orval, waar we met een selectie lezers van TOP op zoek gingen naar de schat - net zoals onze vier jongeren dat doen in de roman. We vonden de schat ook, jammer genoeg zat er een Slechterik bovenop - voor de gelegenheid vertolkt door jeugdschrijver René Swartenbroeckx. Hij mepte mij neer; toen ik bewusteloos werd aangetroffen, maakte de ketchup het helemaal af. Samen met Guy en Adèle de Saint-Médard - een rol voor Majo - moesten de jongeren de gangster Jean Le Blond - met pruik - nu schaakmat zien te zetten. Bart Moeyaert, eindredacteur van TOP, zat trouwens ook in het complot, maar ik herinner me niet meer wat zijn rol precies was.

TOP is ondertussen al een hele tijd uit het landschap van kinder- en jongerentijdschriften verdwenen; vandaag las ik in de krant dat ook de andere iconische tijdschriften van Averbode ermee stoppen - geen Doremi, geen Zonnekind, Zonnestraal of Zonneland meer. De Vlaamse Filmpjes houden voorlopig stand, zij het grondig vertimmerd, in de vorm van 10 mini pockets per schooljaar.

In 1992 werden er 95.000 exemplaren gedrukt van De Schat van Orval. Het verhaal verscheen immers als 'vakantieboek' en dat zal zo ongeveer het aantal abonnees geweest zijn. De geweldige cover en illustraties waren van Jan Bosschaert. Zo'n vakantieboek is echter een kort leven beschoren, het kwam ook niet in de boekhandel. Guy en ik gingen ermee de boer op en in 1996 verscheen het boek als pocket bij Standaard Uitgeverij. Daar verdween het geruisloos tussen de plooien van een te groot geworden uitgeverij, die geen oog had voor de promotie van titels waarvan de commerciële dienst dacht dat ze geen bestseller zouden opleveren. Een paar jaar later werd het restant van de oplage die "onverkoopbaar" werd geacht door de papiermolen gedraaid, overigens zonder dat de schrijvers ervan ingelicht werden of de kans kregen exemplaren in te kopen - wat geheel tegen de letter en de geest van het standaardcontract in ging.

Guy en ik geloofden wel dat het boek nog potentieel had. In 1994 stonden wij samen met Frank Pollet zo goed als aan de wieg van de kersverse uitgeverij Abimo, en zag daar een 'dubbelboek' het licht. De ene kant was bestemd voor het lange verhaal Tijdsgedichten van Guy, de andere kant voor Tijdsgewrichten van mijzelf. In september 1999 nam uitgever Koen David De Schat van Orval op in zijn piepjong fonds, eveneens in een goedkope pocket versie met zwartwit illustraties. Een nieuwe generatie jonge lezers was aangetreden, en het boek werd een instant succes. Nog in datzelfde jaar verscheen al een tweede druk bij Abimo in hardcover, eigenlijk de vierde als je de uitgaven van Altiora en Standaard Uitgeverij meerekent. 




In die periode gaven zowel Guy als ik vele tientallen lezingen en optredens per jaar, en dan stond De Schat van Orval doorgaans op het programma. Zo bleef het boek goed verkopen en zaten we in 2005 al aan een zesde druk van de hardcover met zwartwit illustraties. In 2007 verscheen 'de zevende druk & longseller in luxe-uitvoering met vierkleurenprenten'. In deze uitgave publiceerde Abimo in 2014 een achtste druk... en deze is het dus die, inmiddels ondergebracht in het fonds van Pelckmans, de laatste moet zijn omdat de uitgeverij de verdere exploitatie wenst stop te zetten. (Om de geschiedenis van De Schat van Orval volledig te maken, moet ik ook nog een schooluitgave met kleurillustraties bij Van In vermelden, in 2013.) 



Wie zich één van de laatste 10 exemplaren van De Schat van Orval wil aanschaffen, kan een mailtje sturen naar info@inter-actief.be. Voor 14€ krijg je een exemplaar van de luxe-uitvoering met vierkleurenprenten gesigneerd en wel thuis bezorgd.


24.11.23

In gesprek met Guy Didelez over "James Ensor, mijn (on)gerijmd leven"



In James Ensor: Mijn (on)gerijmd leven reconstrueerde mijn compagnon de route Guy Didelez samen met Caryl Strzelecki het leven van de beroemde kunstenaar in 40 rijmpjes en verzen, en evenzovele illustraties. Humoristisch, toegankelijk en aangevuld met weetjes over het leven van Ensor, voor een publiek van 9 tot 99 jaar.

Guy Didelez gaf enige tijd les, Nederlands – maar is sinds 1995 voltijds schrijver van voornamelijk jeugdboeken, toneelteksten en scenario’s. Jaarlijks geeft hij honderden lezingen in scholen en zijn boeken worden geregeld herdrukt… en zijn ondertussen vertaald in het Duits, Frans, Italiaans, Zweeds, Noors, Spaans, Tsjechisch, Fins, Sloveens, Thais, Engels en Koreaans. Caryl Strzelecki is illustrator, strip- en reclametekenaar, cartoonist… Hij werkte o.a. samen met Rudi Vranckx.

Het gedicht De beelden uit mijn kinderjaren geeft een uitstekend idee wat je zoal mag verwachten:  

De beelden uit mijn kinderjaren,
ik neem ze eeuwig met me mee.
De aap die op een vis wil varen,
Oostende, moeder en de zee.

De maskers in de glazen kasten,
de griezel met zijn grote kop.
Ze kruipen in mijn duurste kwasten,
ze duiken in mijn werken op.

De winkellade vol met knoppen,
de beesten die ik zo goed ken...
Ik zal het nooit kunnen verstoppen:
ze zijn een deel van wie ik ben...





In 2023 vieren wij ons veertigjarig jubilé van diverse samenwerkingen voor radio, televisie, op het podium en uiteraard ook in boekvorm. En uiteraard ook een vriendschap die al dertig jaar mocht duren.  Samen met Guy keert ik in dit interview terug in de tijd, naar het jaar 1983, toen we zij aan zij op de Boekenbeurs zaten met ons eerste boek. Naar de strijd van die beginjaren, de kringen rond het literair tijdschrift Initiatief, de eerste (jongeren)uitgeverij die ik als prille twintiger  mee uit de grond stampte. 
Zo kom je niet alleen veel over een schildersleven te weten, maar ook over onze twee schrijverslevens. 

Het interview vond plaats in de bibliotheek van het Predikheren in Mechelen, en werd voorbereid samen met de schrijversklassen van het Conservatorium van Mechelen en die van de Academie voor Podiiumkunsten in Aalst, waar ik docent creatief schrijven ben. Zo kozen enkele van mijn cursisten een favoriet gedicht uit de bundel om voor te lezen, en gaven ze daar ook enige toelichting bij.


5.8.23

Het beste uit Ware Misdaad, 2022

 



In 2022 startte ik met een nieuwe true crime podcast, Ware Misdaad, waarin ook minder bekende maar steeds boeiende en verrassende criminele kwesties onder de loupe worden genomen. Nu eens in een luisterverhaal, dan weer in een gespeelde monoloog of zelfs in een heus hoorspel. Altijd speelt de begeleidende muziek een vooraanstaande rol. Vaak is die afkomstig van mijn muziektheater Compagnie de Ballade (1998-2011), in het bijzonder van mijn broer Fernand, die je kunt vinden als Naami op Bandcamp.

De podcast nam een vliegende start, en het leek mij een goed idee de highlights van die eerste jaargang te bundel in een luisterboek, te vinden op o.a. Luisterrijk (€ 9,99) en in je Storytel abonnement. Natuurlijk kun je deze afleveringen én de lopende jaargang ook gratis maar niet reclamevrij beluisteren op de podcast:

Listen to "Ware Misdaad" on Spreaker.

In deze selectie waargebeurde misdaadverhalen, opgenomen en uitgezonden in 2022, wordt de vraag gesteld of Edgar Allan Poe dan werkelijk een verhaal schreef over een moord die hij zelf pleegde. Samen met Vera Van Nooten van mijn schrijversklas aan het Conservatorium van Mechelen zocht ik een verklaring voor de mysterieuze dood van Alfred Loewenstein, 'de man die uit de lucht viel'. En met een gezelschap van cursisten aan de Academie voor Podiumkunsten in Aalst, maakte ik een hoorspel over de moord op het operazangeresje Alice Renaud. Ten slotte kroop ik ook in de huid van Henri Landru, die wel eens de moderne Blauwbaard wordt genoemd, en in die van Erik Jan Hanussen. Deze variété artiest zou hebben opgetreden als toekomstvoorspeller voor Adolf Hitler, en werd wellicht daarom ook vermoord. Over deze kwestie schreef ik lang geleden samen met Guy Didelez het bekroonde en veelvuldig vertaalde jeugdboek In het teken van de ram.

6.8.22

De Führer en zijn Profeet, een hoorspelmonoloog

 


Blijkbaar ben ik één van die schrijvers die hun verhalen een leven lang met zich meedragen. Sinds de vroege jaren negentig keer ik met enige regelmaat terug naar historische personages en thema's, zowel in mijn boeken als in de vele toneelstukken of hoorspelen die ik schreef, om die telkens vanuit een andere invalshoek te belichten. Soms duikt er gewoon ook nieuwe informatie op: lezers zetten je op een vers spoor, en met de komst van het internet opende zich een goudmijn voor de schrijver van historische 'faction'. Zowel rond de mysteries van het Lam Gods en de Graal, als rond de dood van koning Albert I, de engelen van Mons, de geheimen van Orval en hun verband met Nostradamus of het Franse koningshuis, is het niet bij één boek, essay, toneelstuk of hoorspel gebleven.

Eén van die rode draden in mijn werk wordt stevig vastgehouden door de enigmatische figuur van Erik Jan Hanussen. Een joods helderziende en astroloog, variété artiest, illusionist en charlatan... die Adolf Hitler zou opgeleid hebben tot redenaar, en niet alleen diens doorbraak voorspelde, maar ook zijn ondergang. Hoorspelmaker René Metzemaekers bezorgde mij in de vroege jaren negentig een artikelenreeks uit 1933, die de raadselachtige moord op de toen wereldberoemde artiest probeerde te verklaren. Hanussen werd geëxecuteerd in de nacht van 24 op 25 maart 1933, kort na de definitieve doorbraak van Hitler en de brand van de Rijksdag. Misschien moest ik me maar eens verdiepen in dat mysterie, zei hij.
 
De naam deed meteen een belletje rinkelen. In 1988 bracht regisseur Istvan Szabo de film Hanussen uit, met in de hoofdrol een schitterende Klaus Maria Brandauer. Ik had de film op televisie gezien en was ten zeerste onder de indruk geweest. Mij intrigeerde vooral hoe het motief voor de moord, en dus ook de dader(s), in de film werden gezocht in de politiek. En hoe de artikelenreeks uit de zomer van 1933 in alle talen zweeg over nazi's of communisten, maar een verklaring zocht in de schulden van Hanussen, of in zijn liederlijke levenswandel. 

Ik beet mij vast in het thema en trok op onderzoek uit, wat in die pre-internet tijden allesbehalve een sinecure was. Lion Feuchtwanger had een geromanceerde biografie over Hanussen geschreven, onder de titel Die Brüder Lautensack (1956, vertaald als De man die de toekomst zag). In Adolf Hitler, het einde van een mythe (Bruna, 1978) ging John Toland tamelijk uitvoerig in op de man. Ik vond hem ook terug in Voor de zondvloed, Berlijn in de jaren twintig (Het Wereldvenster, 1978) van Otto Friedrich, en Een pijl in de ruimte (De Bezige Bij, 1953) van Arthur Koestler. En dat was het zo ongeveer.

Aan de hand van dat materiaal schreef ik een essay met als titel De Führer en zijn profeet, dat in 1993 verscheen in het literair tijdschrift Kreatief. Het leverde de basis voor een toneelmonoloog, die in datzelfde jaar nog opgevoerd werd door Robin David: Uit de dood van... Hanussen, Erik Jan. Maar er zat nog meer in, vond ik. Een volavond toneelstuk bijvoorbeeld, Voor het Variété, dat ik instuurde voor de Wim Verbeke Theaterprijs voor Jongeren. Het leek mij namelijk interessant het hele verhaal eens te vertellen vanuit het standpunt van zijn dochter, die zich afvroeg wat haar vader voor iemand was geweest. Was hij werkelijk voor de nazi's... of toch voor de communisten... of alleen maar voor het variété? Het stuk werd bekroond met een tweede prijs en het jaar daarop kon ik het zelf regisseren voor toneelgroep Salvator uit Wieze. 

Ondertussen had ik alleen, maar ook samen met Guy Didelez, enkele succesvolle jeugdboeken geschreven. Eigenlijk had René Metzemaekers de artikelen over Hanussen eerst aan Guy bezorgd, maar hij zag er niet meteen een verhaal in dat hem lag. Het personage van Hannah - de dochter die Hanussen inderdaad had - legde echter ook voor hem de weg naar een jeugdroman open. Wij gingen samen aan de slag met het verhaal... en dat resulteerde in de jeugdroman In het teken van de ram, die in 1996 de Prijs Knokke-Heist voor het Beste Jeugdboek won, en waarvan de Duitse vertaling het jaar daarop werd bekroond met de Eule des Monats. Het zorgde ervoor - en ook nog de andere vertalingen in het Noors, het Italiaans en het Spaans - dat we eindelijk min of meer serieus werden genomen door de kritiek. De boeken die wij vóór In het teken van de ram publiceerden werden graag gelezen en goed verkocht, maar tegelijk werden we vlotjes weggezet als 'alleen maar' schrijvers van spannende boeken. Plotseling mocht het ook ietsje meer zijn. (Erg lang konden we niet rekenen op de goodwill van recensenten en subsidieverstrekkers, maar dat is weer een ander verhaal.)

Misschien is dit de gepaste plek om te bekennen dat ik eigenlijk een gemankeerde toneelspeler ben. Oké, ik heb mij alsnog danig kunnen uitleven op het podium, vooral dan in de periode 1998-2012, met mijn gezelschap voor muziektheater, Compagnie de Ballade. Maar in de eerste helft van de jaren negentig beperkte ik mij nog tot lezingen en vertellingen. Een toneelmonoloog gaf ik aan een echte acteur, hooguit regisseerde ik die dan. Spelen deed ik wel in de luisterspelen die we toen maakten voor de vrije radio's, maar in die voor de BRT mocht het niet, want ik was geen professioneel acteur (en regisseren mocht evenmin, want daar had ik ook geen opleiding voor gehad). 



Edoch...  het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Met de uitvinding van de podcast, kan ik mij helemaal uitleven achter een micro. Een lichtjes voor audio drama herwerkte versie van de toneelmonoloog over Hanussen stond al een tijd op mijn verlanglijstje. Voor Compagnie de Ballade had ik ooit een liedjestekst 'van Hanussen' geschreven, Stokken & stenen, en we hadden daar zelfs een opname van gemaakt, maar het was nooit in een productie terecht gekomen. Het geschikt moment dus om ook dat nummer nog eens boven te halen...    

  

31.3.20

Speel nu het detectivespel van Patrick Bernauw, Guy Didelez en Marc Borms


Nu het corona virus ons met z'n allen in quarantaine gezet heeft, gaan we op zoek naar manieren om niet de muren op te lopen. Door een spannend boek te lezen, bijvoorbeeld... En boeken kopen, zowel papieren exemplaren als ebooks, kun je gelukkig nog steeds online (kijk maar eens rechts op deze pagina). 

Samen met een aantal kornuiten van de Scriptomanen heb ik ook altijd graag doe-boeken gemaakt, voor jong en oud en alles daar tussenin. En zo lang de quarantaine duurt, zal ik je op deze pagina's met enige regelmaat zo'n spannend doe-boek voorstellen. Een detectivespel, een moordspel, dat je ook veilig thuis kunt spelen... en via Skype of een van die andere handige tools zelfs met een paar concurrerende detective teams. Op de moordspel doe-het-zelf pagina vind je heel wat inspiratie!


Zo is Springtij/RSearch een detectivespel waarin je met de hele familie kunt gaan samenwerken met het detectivebureau RSearch, om een mysterie op te lossen. Je hebt daarvoor alleen een boekje nodig, gemaakt door Patrick Bernauw en Guy Didelez (scenario) en Marc Borms (fotografie & vormgeving). Het spelboek kan als drukwerk gekocht worden (online) of in de vorm van een PDF. Vervolgens ga je op het web op onderzoek uit, en zul je op zoek moeten gaan naar tips en aanwijzingen, verwerkt in filmpjes en audio. Klik hier voor dit RSearch Documentatiemateriaal.


Meer info, ook over bestellingen, vind je op deze Doe-Het-Zelf Detetivespelpagina.

Je kunt de PDF van het spelboek rechtstreeks bestellen bij de uitgeverij na overschrijving van 30 euro op het rekeningnummer

IBAN BE 43 0016 9362 0101 - BIC GEBABEBB 

van vzw de Scriptomanen, met vermelding 'PDF Springtij'.

Je kunt het boek ook bestellen bij Bol.com (zie de Bollenwinkel rechts) of hier:

Patrick Bernauw, Guy Didelez & Marc Borms
Springtij
Patrick Bernauw & Guy Didelez schreven het scenario en Marc Borms tekende voor de foto's van dit "dossier", waarmee je zelf een moordspel kunt organiseren en spelen. Het enige dat je nodig hebt, per speler of team, is dit boek... en toegang tot internet!
€17,43 Paperback

28.12.19

Bij het afscheid van Freek Neirynck



Dag Freek,

Toen Luk me vertelde dat je me graag wilde horen spreken over je literair werk, kwam als vanzelf een metafoor boven drijven: die van een ijsberg, en dat het werk van een kunstenaar zich voor het grootste deel onder de oppervlakte situeert. En hoezeer dit ook van toepassing is op een toch wel zeer zichtbare schrijver zoals jij, met een respectabel oeuvre zoals het jouwe. En dat ik het voorrecht heb genoten deel uit te maken van het topje van jouw ijsberg, maar bij tijden even goed heel erg aanwezig was in dat deel dat nooit in de openbaarheid is gekomen.

Die ‘bij tijden’ moeten we vooral situeren in de jaren negentig. Dat waren nog eens tijden! Mijn vriend en collega Guy Didelez en ikzelf hadden toen net elk ons ‘boek van de doorbraak’ geschreven: voor Guy was dat de jeugdroman Raspoetin, voor mij de thriller in essayvorm Mysteries van het Lam Gods. Guy had met jou – als scenarist – samengewerkt voor het populaire radiofeuilleton Het KoekoeksnestJij was toen al een gevestigde waarde: je had met o.a. Taptoe een hele carrière in het theater achter de rug, je had net de biografische jeugdroman The Kid geschreven – over Charlie Chaplin – en je had meegewerkt aan de TV-reeks Alfa, Papa, Tango. Zo kort nadat VTM zichzelf had opgericht, was er een grote nood aan Vlaamse fictie, op alle fronten. Die werd naar buitenlandse voorbeelden, zeker voor langlopende reeksen, vaak geschreven in collectieven. Maar zelfs binnen het collectief dat werkte aan Het Koekoeksnest, had jij nog voor een duoformule gekozen. Een ervaren rot die alle truken van de dramatische foor al lang onder de knie had, koos voor een samenwerking met een schrijver die nog alles te bewijzen had.

In een literair portret, met woorden geschilderd, moet dit een wezenlijke penseeltrek zijn, zeg maar een forse veeg. Jij huldigde het principe, zo mooi bezongen door Wannes Van de Velde: ‘Ne zanger is een groep.’ – Een schrijver mocht dat, voor jou, duidelijk ook zijn. De collectiviteit was niet alleen een glanzend rood principe, het was voor jou ook een manier van artistiek functioneren. Niet eenzaam schrijvend op een zolderkamer, maar als wezenlijk deel van een groter geheel, waarin het individu zijn individualiteit evenwel niet opgeeft. Integendeel, zelfs. De som kan alleen groter worden dan de afzonderlijke delen, als zij erin slaagt die delen op hun hoogstpersoonlijke en unieke manier individueel te laten schitteren. Eén voor allen, allen voor één.

De samenwerking was jullie allebei zo goed meegevallen, dat jullie die wilden verder zetten – maar omdat een duo slechts een duo is, geen echt collectief, wilden jullie er nog een derde lid bij, en dat werd ik.


Doorgaans wordt een collectief van bovenaf gevormd en heb je als scenarist geen inspraak over de personen met wie je wel of niet zult samenwerken. Soms wil de mayonaise in die omstandigheden al pakken, en maak je er gewoon het beste van. Maar stel je zelf een collectief samen, omdat je reeds hebt mogen ervaren dat er een unieke chemie, een vanzelfsprekende synergie in de lucht hangt, en dat het niet alleen professioneel, maar ook persoonlijk klikt, dan stijgt de kans op lekkere mayonaise exponentieel.

Zo hielden we ergens in het jaar 1992, in het huis aan de Bomastraat, het collectief PLOTS boven de doopvont, waarin we tien jaar lang bijzonder lekkere mayonaise maakten. Ik kijk nog steeds met vertedering en weemoed terug naar die ontelbare voor- en namiddagen aan je keukentafel, Freek. Meestal lieten we onze gezamenlijke breinen daar stormen – jij had een zeer stormachtig brein  –, terwijl ik een verslag van die turbulentie op papier probeerde te zetten. Moesten we om een of andere reden direct aan de PC werken, dan verhuisden we naar het souterrain, naar je werkkamer en bibliotheek. 

Jij woonde centraal tussen Erembodegem en Merksem in; dat de Bomastraat ons hoofdkwartier zou worden, lag om die en andere redenen al bij voorbaat vast. De werkzaamheden werden doorgaans aangevat om 10 uur, ’s middags trokken we naar de Lieve voor de lunch, en zo omstreeks 16 uur zat onze werkdag erop.

Aan die keukentafel werd het zeer zichtbare Taptoe stuk Beerenbodegem geschreven, gecreëerd in 1997. Of, twee jaar eerder, Monsieur Arsène. Konden we het voor elkaar krijgen de pers te doen geloven dat we een nooit afgewerkt toneelstuk van John Flanders/Jean Ray hadden gevonden op de bibliotheekzolder van het Willemsfonds, in het Lakenmetershuis? En dat hierin de bergplaats van de Rechtvaardige Rechters werd geopenbaard? Het antwoord was twee keer ja. We schreven het stuk, schoven het in de schoenen van John Flanders/Jean Ray en haalden er, via het persagentschap Belga, zowat de hele nationale pers mee. In het kader van dit stuk leerde ik van Gentenaar Flanders het woord ‘lollekensheer’; jij was onmiskenbaar ook een literaire lollekensheer. Hoewel, denkend aan Beerenbodegem én aan je robuuste postuur, het ook een ‘lollekensbeer’ mocht zijn.

Minder zichtbaar waren de twee filmscenario’s die we schreven: Raspoetin,  gebaseerd op het jeugdboek van Guy, en De Schat van Orval, naar de eerste jeugdroman die Guy en ik samen schreven. Voor beide projecten kregen we een schrijfsubsidie, maar voor een filmscenario stonden er ook toen al tussen droom en daad vooral praktische bezwaren in de weg. Uiteindelijk slaagden we er niet in een producent te vinden. Maar we deden wel tonnen ervaring op als scenarist – alleen al omdat we als elkaars klankbord konden fungeren.


Ik leerde je in die context kennen als iemand die voor de buitenwereld zeer zelfverzekerd kon overkomen, maar onder de STOLP van ons collectief PLOTS – ja, die naam en zijn omkering had je ook bedacht – een klein, bang hartje durfde laten zien. Met ons collectief schreven we ook een piloot voor een komische tv-serie, Geel Oost, rond een wegrestaurant. Het was gebaseerd op een idee van jou, we werkten op eigen risico en kregen het uiteindelijk ook niet in productie. Maar ja, wie niet waagt, niet wint.

Het klikte zo goed dat jij en ik ook al eens als duo aan het werk gingen, Freek. Ergens in die jaren 90 schreven we Drummer gezocht, dat werd gepubliceerd in de reeks Historische Verhalen voor de jeugd, van De Sikkel. Een verhaal uit de late jaren 50, toen de Beatles nog geen Beatles waren, en zelfs nog geen drummer hadden. Een en ander was gebaseerd op een biografisch boek over de Beatles waaraan jij werkte, en dat in 2013 zou verschijnen als All you need is lef. Ja, zo lang doet een boek er al eens over. En zoals The Kid tegelijk over het leven van Chaplin en over jouw eigen leven ging – je toenmalige vriendin had een zoontje in Zuid-Amerika, voor wie je als voogd functioneerde en dat je naar België liet overkomen – ging All you need is lef  ook over je vriendschap en samenwerking met Luk. ‘Eigenlijk zijn wij een beetje de Paul McCartney en de John Lennon van Gent,’ zei je daarover. ‘Met dat verschil dat we geen noot kunnen zingen.’ – Het citaat typeert je ten voeten uit.

We hadden nogal wat gemeen, Freek: jij als volledig geassimileerde Gentenaar, ik als een gemankeerde uit Aalst, deelden we een wat aparte, soms bijtende, satirische vorm van redelijk anarchistische humor. Er was onze fascinatie voor Gentenaar Jean Ray – De hand van Jean Ray was van jouw hand – maar we hadden ook allebei iets met mijn dorpsgenoot Louis Paul Boon, van wie jij de prijs had gewonnen. Jij had hem nog meegemaakt als stukjesschrijver in de Vooruit en schreef daar later enkele stukjes over – want ja, cursiefjes schreef je ook, als Straatloper. En daar kwam dan weer het stuk Louis Paul Boon Ontmaskerd? van… met vraagteken én dt. In 2012 zouden we een laatste keer samenwerken, rond de honderdste verjaardag van Boon, met de Bende van de Boonaparten, toen ik met dank aan de Aalsterse dorpspolitiek, literair asiel moest aanvragen in Gent en wij een nieuwe versie van ons stuk ten tonele brachten, tijdens de Gentse Feesten, in de Parnassus.

Daar heb jij nu je vaste stek gevonden, Freek, in de Parnassus – jij Roste Wasser, lollekensbeer, harlekijn met al je touwtjes los, Amaat Heur, tekstfoernisseur van Pierke Pierlala, perfesser Gents en wat nog al meer. Volgens mij ben je daar ondertussen alweer druk in de weer in een of ander nieuw opgericht collectief. 

Schrijft ze, maat!  

9.3.18

Leonie Van Den Dijck, de Zieneres van Onkerzele


In 1993 publiceerden Guy Didelez en ikzelf Het Orakel Ontgraven, het boek over de eenvoudige volksvrouw uit Onkerzele bij Geraardsbergen, aan wie in 1933 de Maagd Maria verscheen, die het middelpunt werd van Zonnewonderen - we zouden het nu UFO-fenomenen noemen -, die het dodelijk ongeval van koningin Astrid zou voorspeld hebben en de moord op koning Albert (I), en nog zoveel meer. Klap op de vuurpijl was haar voorspelling, in 1949, vlak voor haar dood, dat haar lichaam niet tot ontbinding zou overgaan. In 1972 werd zij opgegraven, in het bijzijn van een paar cameraploegen, en ziedaar...





Als jongetje van tien zag ik de reportage die Jan Van Rompaey maakte over de opgraving, voor het legendarische televisiemagazine Echo. Misschien ligt hierin wel een gedeeltelijke verklaring voor mijn fascinatie voor Mysterieus België. De ongelooflijke geschiedenis van Leonie Van Den Dijck zou ook de aanleiding zijn voor een aantal boeken over 'de moord op Albert I'. Nu, een kwarteeuw na Het Orakel Ontgraven ben ik nog eens in mijn herinneringen gedoken om het verhaal van Nieke te vertellen, in twee afleveringen van de podcast Mysterieus België. Daarna komt uiteraard nog de historische thriller rond Albert I aan bod. Heel deze historie, van Onkerzele tot Marche-les-Dames, staat ook uitgebreid beschreven in Het Illuminati Complot.

Listen to "De Moord op Albert I, lezing door Patrick Bernauw" on Spreaker.


Voor de tweedelige reeks citeerde ik een aantal geluidsfragmenten uit de reportage van Jan Van Rompaey (BRT, 1972), een amateurfilm die gemaakt werd van de opgraving (1972), een Nederlandse documentaire over paranormale verschijnselen en spiritsme (Parallax, 1987, Veronica Omroep Organisatie) en een reportage van Peter Van Camp (VTM, Telefacts, 1993) gemaakt naar aanleiding van het boek en het daarop gebaseerde toneelstuk, in een regie van Anton Cogen. 

Sponsor Mysterieus België via Patreon en het ebook Het Illuminati Complot wordt een van de vele cadeautjes die je krijgt.

Voor een lezing/vertelling over een thema van of een stadswandeling/stadsspel in Mysterieus België, stuur een mailtje naar patrick.bernauw@skynet.be 

Het Orakel Ontgraven werd ook gedeeltelijk gepubliceerd op het web:

Uit "Het Orakel Ontgraven":




29.8.16

De Wilde Jacht op een Nazischat... deel 3 komt eraan!


Terwijl ik mij onledig hield met de redactie van boek 3 van het collectief Ysa Pastora, over de Jacht op een Nazi Schat, getiteld Hitlers erfgoed, was ik ook verdiept geraakt in het boek Walpurgis Night (Volume One 1919-1933) van Thomas Sheridan. De auteur is vooral bekend voor zijn werken over psychopathologie en massahysterie; hij gebruikt zijn kennis over deze onderwerpen nu ook om de opkomst en het erfgoed van het nazisme te ontleden. 

Het 'nazi occultisme' is een heikel thema, waar de grenzen tussen fictie en non-fictie al te makkelijk vervagen. Maar wie ontkent dat het (neo)nazisme een krachtige occulte grondstroom bezit met een magisch, mystiek en mythisch karakter, ontkent ook dat het symbool van de SS uit een Sig-rune bestaat, of dat neonazi's een numerologische betekenis hechten aan de getallen 18 en 88. Sheridan analyseert wat hij de 'Teutonische Häxan psyche' noemt, en onderzoekt welke rol deze speelde in bijvoorbeeld de films uit die periode, of de politieke groeperingen die in 1919 het licht zagen. Hij schetst vooral ook de manier waarop de nazi's van het eerste uur zeer bewust de collectieve psyche probeerden te beïnvloeden door gebruik te maken van wat wij - sinds Carl Gustav Jung - 'archetypen' zijn gaan noemen. Je kunt het magie noemen - het opleggen van je wil aan mensen en dingen -, massahypnose of iets als 'subliminale oorlogsvoering', 'black propaganda'... maar wie de turbulenties rond de zogenaamde Nazi Schat wil begrijpen die door de Nederlandse 'onderzoeksjournalist' Karl Hammer werd geopenbaard, en waaraan het collectief Ysa Pastora eerder al de boeken De Hamer van Thor en Het Mysterie van Mittenwald wijdde, kan niet om dit soort begrippen heen.





Hoe dat occult beïnvloedingsproces precies in zijn werk gaat, wil ik graag aantonen met een paar tot de verbeelding sprekende voorbeelden. Zoek om te beginnen even op internet onder 'Franz von Stuck 1888 Die Wilde Jagd' en herhaal de zoekopdracht dan met 'Franz von Stuck 1889 Die Wilde Jagd'.  




Onder de resultaten met '1889' zijn prominent een paar rechts-extremistische sites aanwezig, zoals Stormfront en Aryan Myth and Metahistory; onder '1888' vinden we politiek neutraler resultaten. 1889 is het geboortejaar van Adolf Hitler en wie de mythevorming een handje wil toesteken, kan in Die Wilde Jagd van Franz Von Stuck (1863-1928) een profetisch visioen zien, waaruit moet blijken dat Hitler was voorbestemd de Führer van Duitsland te worden. Het schilderij beeldt op een nogal ongewone manier de god Odin of zijn Germaanse evenknie Wotan af, die dood en verderf zaait. Het verhaal dat door de reeds geciteerde sites gretig wordt verspreid - en door argeloze lui veelvuldig gekopieerd - geeft aan dat Hitler het schilderij op dertienjarige leeftijd onder ogen kreeg en er dadelijk door gefascineerd raakte. Heeft hij er vervolgens ook alles aan gedaan om de 'profetie' te vervullen? Kopieerde hij daarbij de merkwaardige haarsnit en het zo mogelijk nog merkwaardiger Chaplinsnorretje van Wotan? Wat was er eerst, de kip of het ei? 

In het occultisme, zegt Sheridan, zien we het heel vaak gebeuren dat aan een of ander object of een reliek een 'magische' geschiedenis, ervaring of legende wordt toegeschreven. Relieken... het is bij uitstek waar Karl Hammer mee bezig is in zijn boeken Satans Lied (later herdrukt als De grootste kunstroof uit de geschiedenis - over de Arma Christi of lijdensvoorwerpen van Christus), De tranen van de wolf (later herdrukt als Gezocht: Codebrekers en na de onthullingen van Pastora uit de handel gehaald - over het materiële erfgoed van Hitler, dat volgens Ysa Pastora evenwel van immateriële aard is) en De zetel van Franciscus over de stoffelijke resten van de gelijknamige heilige. Hammer liet uitschijnen dat het over de Zetel van Paus Franciscus zou gaan, die na zijn revelaties op zijn grondvesten zou gaan daveren, maar dat was zoals gewoonlijk in zijn geval black propaganda. Het boek verscheen in 2015 en werd momenteel nog niet herdrukt en ook niet heruitgegeven, hoewel de publicatie - ook al na onthullingen van Pastora - wel 6 maanden vertraging opliep en het boek vervolgens een ander ISBN-nummer kreeg (wat aangeeft dat het wel degelijk om een ander boek gaat) (*). Als men erin slaagt het object of de reliek op te laden met 'psychische energie' - door erover te schrijven, om maar iets te zeggen - komt het tot leven in de verbeelding van een kleine, grote of zeer grote groep mensen. De reliek mag zijn bestaan dan nog best begonnen zijn als een waardeloze vervalsing, het verhaal van het object mag duidelijk een proeve van fictie zijn... zodra men erin slaagt het ongeloof op te schorten, doet dat er niet meer toe. Het geloof maakt van de fictie een feit, het immateriële wordt getransformeerd tot iets materieels. Het is de Steen der Wijzen, die transcendeert.  

Dit soort processen wordt gewoonlijk ondersteund door rituelen. Het vereren van de eik door een Teutoonse Häxan priester bij vlammend toortslicht in het heilig woud, is vergelijkbaar met de manier waarop de nationaalsocialisten hun bijeenkomsten regisseerden in Neurenberg, in het licht van fakkels en onder wapperende banieren. Symbolen, objecten, relieken spreken rechtstreeks, zij het vaak grotendeels onbewust, tot het hart en de ziel van de gelovigen. 

In het symbool van de Reichsarbeitsdienst zoals gecreëerd door de nazi's, kun je bijgevolg niet alleen een spade zien, maar ook een eikel. 'The depth and significance of the oak symbolism being updated by the National Socialist party cannot be understated,' schrijft Sheridan, 'as its restoration also unleashed dark archetypal undercurrents of the Teutonic psyche which had been repressed for centuries by a shim of Christianity. (...) During the era of National Socialism, the young men of the Reichsarbeitsdienst would perform large-scale rituals based around the assumption that their labour and tools were performing the same task. Their spades were planting new groves for the Nazi wizard class to perform their own rituals, and the Reichsarbeitsdienst hammers symbolised the hammer of Thor ending the dark night of the Weimar soul by building a new dawn for their nation and culture.'



Het logo van de Reichsarbeitsdienst


De Duitse 'magiërs' hadden goed begrepen, stelt Sheridan, dat met de 'magie' van 1900 - zoals onder meer in de praktijk gebracht door de beroemde orde van The Golden Dawn - geen zieltjes meer vielen te winnen. Andere cultusvoorwerpen, andere rituelen, andere symbolen waren nu aan de orde. Om de Wil van de Magiër in dit tijdsgewricht aan de macht te brengen, dienden zij gebruik te maken van de technologie van hun tijd - ook en misschien zelfs vooral op het gebied van de communicatie. De magiër zou alle middelen aanwenden die film, fotografie en radio hem verschaften, en deze paren aan een quasi-wetenschappelijke update van de oude beproefde magische technieken. Vandaar de obsessie van Hess of Himmler met enerzijds astrologie, archaïsche symboliek, runen en anderzijds nieuwe pseudo-wetenschappen. 

Iedere maatschappij heeft zijn eigen mythologie. Mythen zijn niet 'iets uit het verleden', mythen leven en reflecteren de vaak on- of onderbewuste dynamiek van de gemeenschap waarin ze zich manifesteren. Dit soort mythen is niet passief, maar reageert, gedreven door het collectief bewustzijn van een volk, dat beïnvloed wordt door oeroude archetypes en tegelijk nieuwe archetypes zal genereren.

Hoe ridicuul de toespraken van Hitler nu ook mogen lijken, in het Duitsland van die dagen waren ze lang niet 'the eccentric manifestations of a madman' - integendeel. Mochten ze als dusdanig ervaren zijn, Hitler zou nooit aan de macht gekomen zijn. Elke toespraak van de Führer was inhoudelijk opgeladen met archetypes, en vormelijk gebruikte hij alle - hypnotische - elementen die we ook terugvinden in de rituele magie... of in het theater en de muziek.  'If Adolf Hitler's magical incantations and rituals created the Third Reich, then the instinctual magician Richard Wagner summoned up Adolf Hitler from his own will, using the art and science of opera. Wagner's operas were the psychedelic musical entheogen of Hitler's hatred of the Jews and his belief in the superiority of German blood. Hitler once stated that in the music of Wagner's Rheingold, the scientists of the future would discover the secrets of presently unknown forces (...). Here is Adolf Hitler declaring Wagner to be a kind of musical sorcerer in an age long before the full understanding of sound waves and how they effect the natural world were completely understood. The use of acoustics, musical notation sequences and changing pitches to alter the nature of consciousness and even matter, was, however, long understood within occult circles' 

Hitler en Hess waren ook de eerste politici die effectief gebruik maakten van 'verborgen boodschappen in de taal' om instructies door te geven aan de lezer, de luisteraar en de toeschouwer. Sheridan zoomt in op Mein Kampf en geeft een aantal voorbeelden van de manier waarop Hitler, in schijnbare - geschreven - wartaal, Teutoonse archetypen activeert. Er zit wel degelijk een systeem in de ogenschijnlijke waanzin, een verborgen - en dus occulte - ordening in de chaos. En wat geldt voor de geschreven taal, geldt nog duizendmaal sterker voor de gesproken taal - de taal van de rituele, magische incantaties. 

Exact twintig jaar geleden verscheen In het teken van de Ram, een historische jeugdroman die ik schreef samen met Guy Didelez, en die nu herdrukt wordt. De hoofdfiguur in dit boek is Erik Jan Hanussen, de illusionist, astroloog, hypnotiseur en charlatan. 'Hanussen educated Hitler in how to dramatically stage meetings beyond the current level of Nazi events,' schrijft Sheridan, 'and also on how to deliver speeches in order to express the most powerful dramatic effect in the style of an actor on the stage. All magical ritual is about building up the energy to a level of absolute concentration and anticipation and then delivering the charge towards the objective.' 

Het boek wordt nu herdrukt, en ook voor deze 'Rattenvanger van Hameln', deze 'Heer Halewijn' lijkt een fragment uit het schilderij van Franz von Stuck mij een geschikte keuze. Waarmee de cirkel, alweer, rond is gemaakt.

(*) Op de website van uitgeverij Elmar en o.a. bij Bol.com: ISBN: 9789038924854. Op mijn exemplaar: 9789038924434.



21.5.16

Het Ware Verhaal van Calamity Jane: podcast, app en toneelbrochure



Amerika, de Nieuwe Wereld, de Far West... was voor Europeanen vier eeuwen lang een waar Eutopia. Deze musical op teksten van Guy Didelez en mezelf, en met muziek van Fernand Bernauw vertelt het 'ware verhaal' van de legendarische heldin, tevens grootste leugenares van het Woeste Wilde Westen: Calamity Jane. Aan een relatie met Wild Bill Hickock - nog zo'n mythe uit de Far West - hield zij een dochter over. Jane stond Janey echter af voor adoptie aan een rijke Engelse koopvaardijkapitein, met de bedoeling het meisje een beschaafde opvoeding te geven. Later wilde Calamity Jane haar dochter terug, maar zou die dochter haar onwaarschijnlijke moeder nog aanvaarden? 





Gebaseerd op historische gegevens, gebracht met een ferme snuif vaak koldereske humor en een fikse dosis ambiance muziek (country, folk, rock, blues)… een onvervalste western in het Nederlands, nu in 3 delen te beluisteren en te downloaden op de Utopia Podcast of in een app: het Virtueel Muzikaal Museum op izy.Travel. Allemaal gratis! Ik nam zelf, als vanouds, de stem van verteller voor mijn rekening. Verder hoort u  
Frederika Schollaert als Calamity Jane, Ann Devuyst als Janey, Luc Borms  als Wild Bill Hickock en Lieve De Schepper  in de backing vocals. Composities, productie, arrangementen & programming zijn zoals gewoonlijk van Fernand Bernauw (www.naami.be).





De toneelversie van dit verhaal, getiteld De Dochter van Calamity Jane, werd in 1997 bekroond met de Wim Verbeke Prijs voor Jeugdtheater. Aan de prijs was een productie van het Koninklijk Jeugdtheater verbonden, maar toen dat door allerlei omstandigheden niet mogelijk bleek, regisseerde ik het stuk zelf een eerste keer in een musicalversie voor Garamondi Teater in Geraardsbergen (1999), met live muziek en met in de hoofdrollen Frederika Schollaert en Ann Devuyst. Ik kon geen afscheid nemen van de liedjes, die ook op cd waren opgenomen, en om ze live te kunnen brengen in een mengeling van muziek- en verteltheater, richtte ik Compagnie de Ballade op. Het Ware Verhaal van Calamity Jane - een 'café chantant in western sfeer', ook wel een 'mini-musical' genoemd - was onze eerste productie. Met een wisselende bezetting trokken we zo jarenlang door het Vlaamse land. Calamity Jane werd daarbij o.a. ook vertolkt door Amaryllis Temmerman, Wild Bill Hickock door de betreurde Dirk Biddeloo. Daarna regisseerde ik nog een muzikale theaterversie voor Nieuw Leven in Aalst, en een jongerenversie voor toneelgroep De Jongstleerende met muziek van de live band @Vundum





Het toneel- en musicalscript is nu ook verkrijgbaar in boekvorm:


En als ebook, met gratis preview, o.a. bij Kobo en Scribd:



Opvoeringsrechten Musical/muziektheater (korte of lange versie)
Wie het toneelstuk of de musical wenst op te voeren, dient over de schriftelijke toestemming van de rechthebbenden te beschikken (verkrijgbaar via info@inter-actief.be) en te voldoen aan de opvoeringsrechten SABAM.
Er is een musicalpakket beschikbaar, dat bestaat uit MP3's van de instrumentale en vocale versie van de liedjes + een theaterbrochure (Word document) voor een 'musical korte versie' en een 'musical lange versie'. Ze zijn verkrijgbaar aan 53 euro.
Deze swingende western is uitstekend geschikt voor zowel toneelgezelschappen als secundaire scholen!

Podcast Luisterboeken