15.2.22
Dichter bij de Liefde - De monnik en de zeemeermin
4.2.21
Pelléas en Mélisande - Maurice Maeterlinck verteld door Patrick Bernauw in nieuw luisterboek
Pelléas en Mélisande is
een toneelstuk van de in het Frans schrijvende Vlaamse auteur Maurice
Maeterlinck, die in 1911 vereerd werd met de Nobelprijs Literatuur. Het symbolistisch
sprookje speelt in een vaag middeleeuwse wereld, een Vlaanderen dat we ook
kennen uit de sagen en legenden. Je zou het fantasy kunnen noemen. Het
toneelstuk is misschien vooral bekend door de operabewerking van Debussy, en
vertelt hoe prins Golaud verdwaalt tijdens de jacht in het woud en bij een bron
de mysterieuze Mélisande aantreft. Hij ontfermt zich over haar, en huwt haar…
Maar tussen Mélisande en zijn halfbroer Pelléas bloeit al gauw een fatale
genegenheid op, een dodelijke zielsverwantschap…
Patrick Bernauw vertaalde het toneelstuk en herwerkte het naar proza, het verscheen dan ook in boekvorm (paperback) en als ebook. Vervolgens maakte hij een versie voor verteltheater en voor dit luisterboek, die hij zelf inspeelde. Antoine Derksen verzorgde de montage en de geluidsregie. Fernand Bernauw, broer van, leverde de muziek, die we ook terugvinden op naami.bandcamp.com onder de titels Eutopia en Celtic Spirit.
Dit luisterboek is een productie van vzw de Scriptomanen. Het is verkrijgbaar bij o.a. Bol.com, Luisterrijk, en Storytel (abonnement). Telkens aan 9,99€, en bestelt u het rechtstreeks bij ons via de mail, dan krijgt u er nog een leuke bonus track bovenop: luisterboek@inter-actief.be.
Maar u kunt het natuurlijk ook geheel gratis, maar niet reclamevrij, beluisteren op de nieuwe luisterboeken podcast van Patrick Bernauw:
17.3.20
Mijn adem, jouw adem
Oorspronkelijk was het niet meer dan een opdracht voor mijn schrijfklas aan het Conservatorium van Mechelen. Gebruik als inspiratiebron een artikel in De Morgen, getiteld "Poëzie in het Amazonewoud: Vlinders drinken tranen van rivierschildpadden" (omwille van het zout).
Tom Van Den Broeck schreef er dit "gedirigeerde gedicht" bij, waaraan Kelia Kaniki Masengo en Karen van der Zee hun stemmen leenden. In tijden van corona krijgt ieder woord plots extra gewicht en betekenis mee, en mag het beluisterd worden als een eerbetoon aan alle zorgverleners, ons "broodnodig zout"...
De muziek, "All Through the Night", is van Fernand Bernauw.
Ook onderstaand stuk ontstond in het kader van de schrijfopdracht. Laten we hopen dat wij het zijn die "onoverwinnelijk" blijken, op het eind. En niet de hamsteraars, of de feestvierders-over-de-grens, of de virussen. De tekst is van Tom Van Den Broeck, de stemmen zijn van de voltallige schrijversklas. Muziek: Fernand Bernauw.
7.12.19
In de bibliotheek van het Kasteel van Verdoemenis
Patrick Bernauw en zijn schrijversklas van de Academie voor Podiumkunsten te Aalst organiseren nu een literair-wetenschappelijk paranormaal experiment. Zoals de spiritisten destijds in contact traden met de geestenwereld door o.a. het automatisch schrift in de praktijk te brengen, proberen zijn cursisten gene zijde te bereiken door de technieken van de “blackout poetry” (stiftgedichten) toe te passen. Op die manier hopen zij de geheimen van het Kasteel van Verdoemenis te ontsluieren. Een en ander zal gebeuren in het kader van een heuse seance… aan de Tafel van Elise!
Waar? De Tafel van Elise, Erembodegem-Dorp 39, 9320 Erembodegem
Wanneer? Zaterdag 1 februari, 19.30 uur. Toegang: 5 euro.
Reserveren? Noodzakelijk, want de plaatsen zijn ten zeerste beperkt: info@detafelvanelise.be of 053 216266
4.5.18
Patrick Bernauw vertelt Reynaert de Vos - Deel 1: Het was op een Sinksendag...
De figuur van Reynaert de Vos is geen onbekende, zeker niet in het Waasland. Al vanaf de 13de eeuw, toen hij in de middelnederlandse literatuur zijn opwachting maakte in het dierenepos ‘van den vos Reynaarde’, houdt hij de Wase polders in de ban. Vanaf 5 mei tot en met 30 september 2018 kan je Reynaert nog beter leren kennen door middel van een fietstocht uitgezet over 40 kilometer door de polders van het Waasland tot in Hulst. Onderweg kan je vijf thematentoonstellingen bezoeken. Het project is een initiatief van de Phoebus Foundation van Fernand Huts.
Hier vind je alle info!
In het kader van dit project maakte ik samen met Katharina Van Cauteren en Rik Van Daele een 21ste eeuwse hervertelling van de Reynaert. Wie meefietst in het 'vossenverhaal op twee wielen' krijgt het boek cadeau, in de handel kost het 20 euro. We grepen terug naar de 'ongekuiste' versie, de oer-Reynaert, en verwerkten - zoals het ooit ook de bedoeling was - tal van actuele, satirische knipogen in het dierenepos, waarin zoals vanouds nog steeds een loopje genomen wordt met de normen en waarden van de(ze) tijd. Tot scha en schande van Bruun de Beer, Canteclaer de Haan, Grimbeert de Das, Tibeert de Kater... en koning Nobel uiteraard.
Toen ik de laatste hand legde aan de tekst, voelde ik het kriebelen om dit verhaal ook live te brengen. Eerlijk gezegd, had ik daar al een beetje rekening mee gehouden bij de hervertelling. Hier volgt dan ook het eerste deel van de vertelling, bij wijze van voorsmaakje: Het was op een Sinksendag...
In de podcast wordt gebruik gemaakt van een liedje, gezongen door Yves Bondue, waarvoor mijn broer Fernand de muziek schreef en de tekst een bewerking is van De Ballade om Genade van François Villon.
Het is mijn stellige bedoeling het verhaal van Reynaert integraal op de planken te brengen, en dat kunnen ook de jouwe zijn. Alle info: patrick.bernauw(at)skynet.be
Vossen, expeditie in het land van Reynaert: www.vossen.vlaanderen/nl
6.12.16
De wilde wind van november
Op 27 november 1916 staat de beroemde Belgische dichter Emile Verhaeren in het station van Rouen, waar het vanwege de oorlogsomstandigheden een drukte van jewelste is. Verhaeren wil naar huis, naar zijn vrouw Marthe. Nog voor de trein stopt, springt hij op de trede van een wagon. Hij probeert een deur open te krijgen, verliest zijn greep, valt, komt onder de wielen terecht.
Van dichters wordt wel eens gezegd dat zij "visionairen" zijn. Heeft Emile Verhaeren, die zo vaak over locomotieven schreef, zijn dood voorvoeld... "in de wilde wind van november"? Verhaeren stond bekend als een sociaal auteur, maar schreef ook liefdesgedichten, en ontpopte zich in volle Grote Oorlog tot een volbloed patriottisch schrijver. Zijn laatste woorden zouden dan ook bestemd geweest zijn voor "Ma femme! Ma patrie!"
Verhaeren ligt samen met zijn Marthe begraven in zijn geboortedorp Sint-Amands, met uitzicht op de Schelde."Ceux qui vivent d'amour, vivent d'éternité..." schreef hij. Is Emile Verhaeren, precies 100 jaar na zijn dood, teruggekeerd naar Sint-Amands? In de hoop daar ook Marthe terug te vinden?
An Staels stelde een onderzoek in naar "de zonderlinge figuur van Sint-Amands", die de stem heeft gekregen van Patrick Bernauw. Hij schreef het scenario en voerde de regie van deze poëtische, magisch-realistische impressie, waarin ook Emile zelf niet mocht ontbreken: hij declameert op de hem kenmerkende wijze zijn gedicht Le Vent. Fernand Bernauw (www.naami.be) tekende voor soundscape en muzikale omkadering.
Le Vent (Emile Verhaeren)
Sur la bruyère longue infiniment,
Voici le vent cornant Novembre ;
Sur la bruyère, infiniment,
Voici le vent
Qui se déchire et se démembre,
En souffles lourds, battant les bourgs ;
Voici le vent,
Le vent sauvage de Novembre.
Aux puits des fermes,
Les seaux de fer et les poulies
Grincent ;
Aux citernes des fermes.
Les seaux et les poulies
Grincent et crient
Toute la mort, dans leurs mélancolies.
Le vent rafle, le long de l'eau,
Les feuilles mortes des bouleaux,
Le vent sauvage de Novembre ;
Le vent mord, dans les branches,
Des nids d'oiseaux ;
Le vent râpe du fer
Et peigne, au loin, les avalanches,
Rageusement du vieil hiver,
Rageusement, le vent,
Le vent sauvage de Novembre.
Dans les étables lamentables,
Les lucarnes rapiécées
Ballottent leurs loques falotes
De vitres et de papier.
- Le vent sauvage de Novembre ! -
Sur sa butte de gazon bistre,
De bas en haut, à travers airs,
De haut en bas, à coups d'éclairs,
Le moulin noir fauche, sinistre,
Le moulin noir fauche le vent,
Le vent,
Le vent sauvage de Novembre.
Les vieux chaumes, à cropetons,
Autour de leurs clochers d'église.
Sont ébranlés sur leurs bâtons ;
Les vieux chaumes et leurs auvents
Claquent au vent,
Au vent sauvage de Novembre.
Les croix du cimetière étroit,
Les bras des morts que sont ces croix,
Tombent, comme un grand vol,
Rabattu noir, contre le sol.
Le vent sauvage de Novembre,
Le vent,
L'avez-vous rencontré le vent,
Au carrefour des trois cents routes,
Criant de froid, soufflant d'ahan,
L'avez-vous recontré le vent,
Celui des peurs et des déroutes ;
L'avez-vous vu, cette nuit-là,
Quand il jeta la lune là bas,
Et que, n'en pouvant plus
Tous les villages vermoulus
Criaient, comme les bêtes,
Sous la tempête ?
Sur la bruyère infinement,
Voice le vent hurlant,
Voici le vent cornant Novembre.